rijstkorreltjes
Als ze aan de liefde denkt, boetseert ze.Een klein hoopje klei waarin ze rijstkorreltjes probeert te verstoppen. Het zijn net zaadjes.
Je kan herinneringen maar zo lang kneden, uiteindelijk komen barstjes toch tevoorschijn. Alles loopt dan zo door elkaar dat het geen verschil maakt wie welke gedachte, welke kleur, welke woorden.
De meeste dingen gaan toch gewoon weer voorbij. De nacht, de zomer, het verdriet, het kijken, het wachten. Tijd is rekbaar. Het hompje klei een nieuw zwaartepunt. Iets dat voor even in haar hand past