Plaats in mijn hart.
Ik stond daar zo helemaal verlatenalsof de wereld ergens anders was.Ik keek je na met tranen die ontkenden hoeveel ik je haatte.Ik wou nog even naar je zwaaien en glimlachen of zo.Ik wou je als een monsterachterna rennen, maar de wielendachten mij krijg je niet.Ik wou die banden beheksenen zeals een bemoeiziek karkas tegen eenonschuldige boom doen kletsen en je dan redden en je kwade hart in mijn zorgen weer veroveren.Maar je verdween en de kilte lietmij weten dat we nooit meer twee zouden zijn.