Wachten
Daar sta ik dan, aan de rand.
In mijn rug glooit grasland naar
het diepe en langs mij, in het schijnsel
van een schamele straatlantaarn
gutst er regen op de oude kasseien.
Een vergeten koe blaast in mijn nek
de koude uit haar huid en ik huiver
bij het horen hoe de aarde verder draait.
Steeds meer voorbij mijn
afspraak met de tijd.
Er is geen wachten
dat meer lijkt op wachten
dan het wachten op
een tram die niet komt.