ybe casteleyn

Gebruikersnaam ybe casteleyn

Teksten

Een gevaarlijke leeftijd

Angela heeft schrik. Het is gevaarlijk wat ze doet. Twee vriendjes. Liefde en samenwonen met de ene, en verliefd zijn en bedrog met de andere. Maar er is meer. Angela is 20. Een gevaarlijke leeftijd. De leeftijd van verliefd-verloofd-getrouwd. Haar vader was ook heel erg verliefd toen hij twintig was. De liefde van zijn leven. De trouw al gepland. En dan plots een auto-ongeval. Zijn grote liefde: dood. Angela vertelt: Mijn vader is het eerste jaar dat hij met mijn moeder getrouwd was elke zondag samen met haar naar het graf van die eerste vrouw, zijn eerste grote liefde gaan kijken. “Mijn vader in de rouw, mijn moeder in de kou – dat is het verhaal van hun leven.” Nu, zoveel jaar later, staat Angela ook op trouwen. Al vier jaar samen met haar eerste lief. Alles in kannen en kruiken, de toekomst uitgestippeld, mooi gepland. En dan plots die andere man. Liefde als een blikseminslag. Een hele avond lang in elkaars ogen verdrinken. Overspel, bedrog, niet kunnen slapen ‘s nachts, steeds maar aan die ene denken, ook als je in de armen van die andere ligt. Angela piekert zich suf, wekenlang – ze kan maar niet beslissen wat, wie ze wil. En dan, op een nacht, heeft Angela’s nieuwe liefde een auto-ongeval. Coma, ziekenhuis, bijna dood. Nu weet ik het helemaal niet meer, zegt Angela. Wat moet ik doen? Niets lijkt zeker. Alles is gevaarlijk. Kiezen voor mijn nieuwe liefde, een nieuw leven? En de dood dan? Die loert om de hoek. Bij mijn oude liefde blijven dan maar? Maar wat doe ik mezelf en mijn man dan aan? Hoe eerlijk is dat? Angela heeft schrik, schrik van de pijn van haar vader en het verdriet van haar moeder. Schrik dat ook zij getroffen zal worden door het noodlot, dat ook haar leven bepaald zal worden door een liefdesdrama. Alles wijst daarop: ze is twintig, staat op trouwen en is verliefd tot over haar oren, en ook de dood was al erg dichtbij. Zal Angela haar grote liefde verliezen, en een leven lang rouwen zoals haar vader – en dan trouwen met de troostprijs, en het leven leiden van haar moeder? Misschien, wellicht, vast en zeker is er nog een derde weg. Een eigen leven voor Angela. Een leven waarin haar in- en meevoelen met haar ouders op een andere manier gestalte krijgt. Een leven vrij van angst en herhalingsdwang*. Dat is waar we ons in onze gesprekken op richten: Angela bevrijden van de pijn van haar ouders, zodat ze haar eigen plek kan vinden, haar eigen weg kan kiezen, haar eigen leven kan leiden. *Dat trauma’s zich dwangmatig, buiten onze wil om, lijken te herhalen – dat noemt men de ‘herhalingsdwang’ van een trauma. Bijvoorbeeld: steeds weer op gewelddadige mannen vallen, elk jaar een ongeval hebben, familiaal verspreide depressies, drankproblemen van generatie op generatie, … Een onverwerkt trauma werkt door, blijft onderhuids aanwezig, en komt steeds weer bovendrijven, dringt zich op aan ons bewustzijn – als een spontane doch mislukte poging tot herstel. Pas als écht herstel heeft plaats gevonden, als het trauma is verwerkt, als we in ons denken, voelen en beleven bevrijd zijn van wat traumatisch was voor ons, dan pas verdwijnt ook de ‘herhalingsdwang’.

ybe casteleyn
23 0

De haat in Amadou’s hoofd

Amadou is 21 en komt uit Guinee. Zijn parcours: naar een politieke manifestatie gegaan, daar gearresteerd, een paar dagen gevangenis, vrij, toch nog eens naar een politieke meeting, ‘s ochtends vroeg uit bed gehaald, bewusteloos geslagen, weer gevangenis, langer deze keer, met meer slagen, honger en vernederingen. Angst. Veel angst. Na twee maanden vrijgekocht door zijn familie en onmiddellijk op het vliegtuig gezet, richting België. Het is moeilijk praten met Amadou. Omdat hij acute aanvallen van hoofdpijn krijgt zodra we spreken over wat hem overkomen is. Als Amadou zo’n hoofdpijnaanval krijgt, neemt hij zijn hoofd in zijn handen en kreunt. Hij kan zich dan niet meer concentreren, niet meer nadenken en praten. De vorige twee keer is ons gesprek daardoor noodgedwongen stopgezet. Maar deze keer wil ik wat verder geraken en in plaats van Amadou naar de verpleegster te sturen, haal ik zelf een Dafalgan en een glas water, zet het voor hem neer, wacht tot hij het heeft opgedronken en vraag verder : “Amadou, wat voel je precies in je hoofd? Wat zegt de pijn?” Amadou zegt : “Haat, zoveel haat”. En dan “Auw, auw, auw, het doet zo’n pijn. Ik heb zo’n schrik van de haat in mijn hoofd, schrik dat ik een slechte mens word, even slecht als de bewakers uit de gevangenis.” Nu gaat er echt niets meer. Amadou ziet asgrauw, mompelt een verontschuldiging en verdwijnt stil, krom en gebogen door de deur. De volgende keer begin ik het gesprek met de volgende uitleg: Amadou, als je de haat onderdrukt, komt ze als een boemerang terug: in de vorm van hoofdpijn, en misschien ook in de vorm van ‘slechte’ gedachten, of ‘slechte’ daden – want de haat wordt groter en sterker als je er niet naar kijkt, als je er schrik van hebt, en doet alsof hij er niet is. Daarom wil ik wil samen met jou kijken naar de haat. En een weg naar buiten vinden voor de haat. Oké? Amadou is mee. We ontleden samen wat er allemaal meespeelt in ‘de haat’, wat hem zo groot maakt. Het lukt ons om de haat een beetje beter te begrijpen, in woorden te vatten, te pakken te krijgen: de haat van Amadou is een mengeling van woede, pijn en onmacht om wat hem is aangedaan, én heel veel verdriet – om het verlies van zijn land, zijn thuis, zijn familie. In plaats van hoofdpijn te krijgen heeft Amadou deze keer geweend, veel, lang en stil, omdat hij zijn ouders zo erg mist, en zijn broers en zussen, zijn leven in Guinee, zijn werk, de gemeenschap waarin hij is opgegroeid. Hij heeft gehuild om zichzelf, omdat hij hier eenzaam is, alleen en verloren, zonder toekomst, zonder thuis. De haat in Amadou’s hoofd is eigenlijk een heel erg bang en verdrietig hart.

ybe casteleyn
0 0