17 maart 1999

30 okt 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Het was een koude nacht. Ik hoorde de wind die de takken meesleurde en de klok die tikte.
Mijn broertje lag in zijn bed bij het raam. Ik keek hoe hij langzaam in slaap viel.
Net toen ik mijn ogen dicht wou doen hoorde ik iets. Het leek of dat iemand iets zei. Ik weet niet wat hij of zij of wat dan ook zei. Maar ik wou het weten.
Even later hoorde ik het weer. En mijn broertje ook, want hij keek me bang aan en vroeg met een bange stem: "Wat was dat?"
We hoorden het weer. Ik zag dat mijn broertje bang was dus ging ik bij hem liggen en hield hem stevig vast.
"Ik ben bang", zei hij.
"Ik ook"
We hoorden het weer, alleen was het deze keer luider.
Na een tijd hield het op. Ik ging terug in mijn eigen bed liggen, en viel terug in slaap.
Plots hoorde ik mijn broertje gillen. Ik pakte snel de zaklamp op mijn nachtkastje en riep mijn broertjes naam, maar hij antwoordde niet.
Ik scheen op zijn bed. zijn kussen en zijn deken was gevallen. Er lag alleen zijn teddybeer en een paar druppels bloed.
Mijn hart bonkte bijna uit mijn lijf. Ik scheen met de zaklamp in het rond, maar ik zag niks. Ik zweette van top tot teen. Ik hoorde het weer maar luider en luider. Ik dacht aan mijn broertje, ik dacht aan mijn mama en papa, aan mijn oma die nu aan het snurken was. Ik dacht aan iedereen en alle leuke momenten. Ik hoorde het weer.
Ik wachtte en wachtte maar er gebeurde niets. En net, net op het moment dat ik dacht dat het gedaan was voelde ik een vreselijke pijn in mijn rug, een pijn die ik nog nooit eerder had gevoeld.
Ik kreeg het ijskoud. Alles werd donker. Ik voelde het bloed over mijn rug stromen. Ik viel op mijn knieën, en overal lag bloed. En toen, DUISTERNIS!

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

30 okt 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket