op drieduizend kilometer hoogte
open je een raam, je grijpt
een vogel die gekwetst achter vloog
er rent een kind, staart in de wind
explosieve vonken in de ledematen
er duiken traantjes naar de aarde
van hieruit is de ellende van het water klein
huizen trekken in groepjes muren recht
daken keren terug naar basistaken
op drieduizend kilometer of meer
is de hoogte een vogel met staart
zwetend boven onze aarde
van hieruit zijn botsingen geluidloos
de kop van de locomotief blaast op
in tunnels wroeten bundels licht
en wormen overkappen daar de aarde