Zij hield van bloemen. Hij was er allergisch voor. Hij had geen afschuw of fobie. Dat was het probleem niet. Hij genoot evengoed van de vorm, kleur, symboliek… en dan was er de geur. Ze roken lekker, maar bezorgden hem het uitzicht van een buitenaards wezen. Buiten een rode neus, waar Rudolf het rendier jaloers zou op zijn, had hij nog een aantal probleempjes. Zijn lippen kregen tijdelijk een overdosis Botox en dan waren er nog de rode vlekken. Alsof zijn hoofd veranderde in een rijpe aardbei. Hij stond voor de etalage van de bloemenwinkel, het geld dat hij in zijn handen hield werd akelig klam van het angstzweet. De bloemist keek geregeld naar hem, had geglimlacht om hem aan te moedigen. Maar Harry keek enkel met grote angstogen naar de grote keuze van problemen. Hij kon toch niet zonder bloemen bij haar thuis komen? Harry had zijn hersenen gepijnigd om alternatieven. Pralines? Nee, er kwam geen ongezond voedsel op tafel en dat gold ook voor alcohol. Plastieken bloemen! ‘Nee!’ In zijn gedachten zag hij het boeket jaren in dezelfde vaas staan tot de kleuren zo flets waren geworden als de bloemen op de kerkhoven. Harry liet moedeloos zijn schouders zakken. Zijn toekomst ging naar de haaien. Vrouwtje, huisje, boompje, baby en beestje, daar kon hij een kruis over zetten. Er zat niet anders op dan de winkel binnen te stormen, het grootste boeket uit de emmer te grissen, het geld op de toog te gooien en het terug op een lopen te zetten. Hij zou de bloemen op zijn rug vasthouden, zo zou hij er minder last van hebben. Ja, dat was het! Harry raapte al zijn moed samen en viel de winkel binnen. De bloemist schrok zich een beroerte. De man trok rillend de geldlade open.
‘Neem alles, doe me niets. Alstublieft!’
Harry keek de man stomverbaasd aan.
‘Ik, ik… kom bloemen kopen en snel, want ik ben er allergisch voor.’
‘Ja, ach ja.’ De man lachte nerveus. ‘Ik maak voor u een héél bijzonder boeket en wikkel het extra in folie. Gaat u maar buiten staan. Ik breng het wel. Voor de verloofde?’
Harry knikte en wilde het geld overhandigen.
De bloemist glimlachte begrijpend.
‘Deze zijn van de zaak. Veel geluk.’
‘Dank u wel, u heeft zojuist mijn toekomst gered.’
Aangekomen bij haar thuis hield Harry het boeket achter zijn rug om daarna triomfantelijk te overhandigen.