Als rubberbootjes lekken in de Nederstraat

11 feb 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Zo vaak is mijn hart de regisseur van mijn hoofd en alledaagse dagen richten zich reikhalzend op. Ik wandel in de straat en een Bengaalse tijger sluipt steels, gepeesd en onbevreesd door de kier van de zware kerkdeur en draaft de straten door. Ik moet mij verschuilen achter de gevel van het Gildenhuis. Bij de slager is de man met nummer 56 een Russische spion, zijn verfrommeld boodschappenlijst staat vol geheime slingers voor de spoetnik die nu hangt te zoemen boven onze hoofden. Zijn gouden zegelring is volgepropt met gif en misschien bij een te harde stem valt hij neer als een teken voor zijn geheime dienst. Mannen in regenjassen en donkere hoeden zullen nu doelbewust dolen in de straten rond de kerk. Zij moeten zich verschuilen, ook al heb ik ze nog niet gezien en bovendien zal ik ze zeker niet verraden. De mevrouw ernaast die maar blijft drammen over grammetjes na de komma met een irritante hoge stem is de minnares van een vuurspuwer op zijn retour. Eens hing zij aan zijn lippen na elke viriele vlam, nu moet zij lijdzaam toezien hoe hij rochelt en kucht bij een teleurgesteld publiek.

Geen “Even geduld de filmlas is gebroken” of de voor Boer en Tuindergeneriek met traag galopperende paarden, de film draait maar door… Ik hum en haal een kilometerlange colonne gele en groene pikdorsers in op de drukke snelweg om dan ineens onverwacht naast de liefde van mijn leven te zitten op vlucht SN2288 van Oslo op weg naar huis. “Stel je voor je hier te ontmoeten.” Dit moet wel het noodlot zijn. Er breekt een onweer los rond de wolken waarin wij zitten. De schichten vonken rond de vleugels. Wij grijpen bang en gulzig elkaars hand als de zuurstofmaskers naar beneden dwarrelen. Eindelijk voorgoed verbonden, hoe kortstondig ook, zelfs zonder grote woorden. Afscheid nemen hoeft deze keer zelfs niet. Wij duiken richting zee en dan, het mirakel is geschied. Het vliegtuig neemt weer hoogte en gauw zitten wij weer op koers. Nu nog een koffie en de echte landing zet zich in. Wij herschikken ons kapsel en laten elkaar los. Daarna een korte knik en ik sta weer in de file bij de groenteboer.

Het weekend draait zich rond zijn as vol intergalactische geluiden en sterren die even fonkelen naar mij in morsetaal, een boodschap van iedereen die nu aan mij denkt of wil verdwijnen. Bruine beren zetten poten op mijn achterdeur en een vermolmde aanlegsteiger knipoogt naar alle blote benen.

De werkweek zet nu in. Mijn baas is deze week in spannende zwarte latexbroek . Zijn grijze saaie pak hangt ondersteboven aan het plafond en nu is het echt wel zeker, de kleine pareltjes op zijn bovenlip verraden zijn voorliefde voor Gene Kelly’ en I’m singing in the rain. Die scène danste hij daarnet in de gladde gang. Zijn paraplu is immers buiten adem en drupt nog even na waar het net niet mag. Zijn borsthaar is mooi weggestopt achter de verborgen dikke, gouden ketting, een vriendschapscadeau weliswaar zonder goede smaak, maar zeker en niet zonder stil geproest. En niemand zal ooit denken dat hij het bedrijfslogo liet waxen op onvermoede plaatsen. Visies, doelstellingen, strategische plannen, implementaties vertederen plots iedereen, zelfs de fotokopieermachine stapt mee in het verhaal. Die trilt en spuit als een chocoladefontein op temperatuur en spuwt al uren bladzijde tien in tienvoud uit. Niemand kan en wil haar stoppen. Een haag van liefhebbende, bewonderende medewerkers omcirkelen de gekke plek. Haar ritme brengt de trance en iedereen doet mee.

Ik grinnik, proest, verslik op elk van deze dagen. Mijn handen leg ik op mijn ogen en ik gluur met ingehouden giechel doorheen mijn gespreide handen. Het leven is soms dol en lachen is dan leven. Mijn hart wil zeker nog niet stoppen en gaat nu voor de slappe lach. Mijn onderzeeër moet nu wel te water, de sonar staat al aan. Ik verdwijn onder het water en bleep met ingehouden adem de wijde, onbegrensde wateren in.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

11 feb 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket