In de naam van
alle dochters en zonen
Vraag ik een warme thuis om in te wonen
Een spoor van broeder- en zusterliefde als schat
Een open-harten-pad
Dat ze zonder vragen
de ander durven dragen
Elkaar blijven oprapen
zonder zorgen slapen
Samen kunnen lachen, stralen
In dromen en verhalen mogen verdwalen
Er niets loos is aan beloven
Dat ze geloven
In zichzelf en elkaar
En zo, waar
Zelf(s)… ik mag het hopen
Over water kunnen lopen

