Lezen

Afscheid van het raakpunt

Je hebt een onderpalet. De eerste keer dat ik je voel bestaat je probleem niet. Het zand wijkt terug voor de inkrimping van mijn geest. Ik gedraag mij zo gereserveerd dat de inkeping van mijn vest zich sluit om mijn knopen. De kruik die het zand mij reikt is het offer van de mensen die in de wind gestorven zijn. Ze zijn afwezig, afvallig zelfs, het brood kan ik omwille van zachtmoedigheid niet breken. Je bent dood en ik moet twee keer bestaan. Gezien de onmogelijke vraag naar duur zich opwerpt, ben ik genoodzaakt om verder te bewegen. Dat zijn de correcte woorden. Op de paralelle baan leven we. Ik ondersteun mijn geheugen. Feitelijk gezien hebben we niets overzien. Het bestaat gewoon niet en dat zou niet voorvallen. Het monster van betekenis aanvaardt zichzelf. Ik ben de kleinste mens ter wereld. De werking van mijn interactie en hoe ze opereert met mijn creatie duelleert met mijn perceptie in de strijd om principe, de lans wordt doorgegeven voor principe. Ik vind het een betreurenswaardige act die deze fantasiewereld ten einde brengt. Als jij niet de deur had geopend naar een moreel bewustzijn, viel ik niet. De taal verweert zich. Er is berusting in de nekslag die ik niet kan berekenen. Ik worstel met de pilaar van mijn woorden, zo wordt de oppervlakte horizontaal. Het vergeten oogpunt is een herinnering, ik ben niet fluctueerbaar naar de vaart van het tuig. Het monster adapteert zich aan de ventielen. Waar de spiegel van het zand eindigt, is het brandpunt gelijkwaardig aan de loodlijn. Het hoogtepunt van balans. Toch ben ik zoekende naar het punt waar de wind zichzelf beschouwt en ik hem niet moet aanspreken. Balans is het ontoelaatbaar evenwicht tussen horizontaal en verticaal, links en rechts. Daarom bestaat het niet en zal het zeker nooit gebeuren. Nooit zal de ontmoeting plaatsvinden waarop jij begint te schilderen. Ik moet altijd eerst de analyse van het magnetisch veld maken. Dat is voldoende voor mijn structuur. Ik heb nooit gezegd dat ik het niet wou.

Robijn Bodijn
4 0