in een gezin van vier moet de opdracht verdeeld
wie plundert de supermarkt, wie strijkt de plooien glad
alleen over de troon zijn we het oneens
hij staat in de kamer als een struikelblok
door slaande deuren overstemd
komt het debat op gang, zoon en dochter
trekken aan het touw voor terreinwinst
een ontstemde snaar die bijna knapt
tot moeder op tafel klimt
de kordate diplomaat
de stembus zal beslissen
een zondag lang tellen we elke voorkeur dubbel
bekennen we dezelfde kleur, we gieten olie
over de troon, de vonk springt over