Aurora

Lann
26 okt. 2020 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Heel lang geleden viel er in het dorp een meisje uit de lucht. Ze plofte midden in het maïsveld van boer Boris neer.

“Alle koeien nog aan toe”, vloekte de boer. “Waar kom jij vandaan?”

Het meisje antwoordde niet. Ze keek verbaasd om zich heen en plantte haar vingers nieuwsgierig in de kurkdroge aarde. Haar goudblonde haren wiegden heen en weer, op het ritme van de wind. En in haar ogen schitterde een vurige gloed die boer Boris’ adem deed stokken.

“Wat een vreemd geval”, mompelde hij. “Ze lijkt wel een elfje.” Hij grinnikte om zijn eigen woorden, want hij geloofde natuurlijk niet meer in sprookjes. “Komaan, opstaan”, zei hij nors tegen het meisje. “Ik breng je naar de burgemeester. Hij zal wel weten wat er met jou moet gebeuren.”

Maar toen ze bij de burgemeester aanklopten, haalde die zijn schouders op. “Wat moet ik met dat meisje?” vroeg hij. “Ik ben burgemeester, geen babysit. Dat meisje viel uit de lucht, zei je? Breng haar dan naar Igor. Als er iemand veel over de lucht weet, dan is hij het wel. Hij vaart er elke dag in. Laat hem maar voor dat kind zorgen.”

De boer bracht het meisje bij Igor, de ballonvaarder. Die woonde samen met zijn vrouw Freya aan de rand van het bos. Al jaren droomden ze van een dochter, maar het wilde maar niet lukken.

“Eindelijk”, fluisterde Freya, “een kind!” Ze kneep in Igors hand. “Natuurlijk zorgen we voor haar. Toch, schat?”

Igor knikte. “Uiteraard. Ons huis is groot genoeg voor drie.”

Freya knielde en legde haar hand op de schouder van het meisje. “Je hoeft niet bang te zijn”, zei ze zacht. “Bij ons ben je thuis.” Toen ze weer op stond, zei ze tegen Igor: “Ze heeft koorts, denk ik. Ze gloeit helemaal. Ik breng haar naar haar slaapkamer, dan kan ze wat uitrusten.”

Igor knikte en Freya leidde het meisje naar binnen. Toen hij zeker was dat het meisje hem niet meer kon horen, vroeg Igor: “Dus ze kan niet praten?”

“Nee.” De boer rolde met zijn ogen. “Daar is ze waarschijnlijk te dom voor.”

“Ach, ze begrijpt ons. Dat zie ik. En we zullen goed voor haar zorgen.”

“Nou, als je maar weet dat ik het niet vertrouw. Zo’n vreemd meisje. Ze heeft vuur in haar ogen, zag je dat?”

Igor knikte. Hij had de gloed ook gezien.

“Vuur is gevaarlijk”, zei de boer. “Vuur brandt alles plat. Dus pas maar op!”

Met grote passen liep de boer het huis uit, terug naar zijn boerderij. Igor keek hem zwijgend na. Misschien heeft boer Boris wel gelijk, dacht hij. Misschien verandert dit meisje al onze levens. Maar ach, zou dat zo erg zijn? Hij glimlachte en sloot zachtjes de deur.

***

Igor en Freya lieten meteen al hun werk vallen om voor het meisje te zorgen. Freya bakte een lekkere appeltaart en Igor stikte vrolijke jurkjes. Het meisje genoot zichtbaar van al die aandacht en haar lippen plooiden zich voor het eerst tot een voorzichtige glimlach. De harten van Igor en Freya begonnen te gloeien. En ze hoopten. Dat dit hun meisje was. Dat ze voor altijd bij hen mocht blijven wonen. En ze gaven haar een naam: Aurora.

Die avond gebeurde er iets geks. Toen Igor naar buiten ging om de was van het droogrek te halen, stond de zon nog altijd hoog aan de hemel. En daar bleef ze staan, ook toen Freya de gordijnen van het slaapkamerraam sloot.

“Wat vreemd”, mompelde ze. “Het is nog geen spatje donkerder dan vanmiddag.”

Igor haalde zijn schouders op. “Trek het je niet aan”, zei hij geeuwend. “Straks zal de zon wel ondergaan. En morgen doet ze weer normaal.”

Maar ook de volgende nachten bleef de zon schijnen.

In het begin vonden het mensen het nog leuk.

“Nu kunnen we ’s avonds lekker lang barbecueën”, zei de slager tegen zijn klanten.

“Klopt”, knikte mevrouw Toertjes, zijn vrouw. “En ’s morgens word je altijd gewekt door heerlijke zonnestralen. Zalig!”

Ook Igor was blij. Elke avond stond er een lange rij mensen aan hun deur. Die wilden allemaal een ballonvaart na middernacht, want dat leek hen bijzonder. Maar Freya maakte zich zorgen. Niet over de zon, maar over Aurora. Ze had het nog altijd gloeiend heet, ook al leek ze niet ziek.

“Ach”, zei Igor. “Ze heeft gewoon wat frisse buitenlucht nodig. Ik neem haar elke avond mee voor een tochtje met de luchtballon. Daar zal ze van opknappen.”

Aurora vond het zalig om te vliegen. Hoe hoger de luchtballon steeg, hoe breder ze begon te glimlachen en hoe vuriger haar ogen schitterden. Haar vrolijkheid werkte zo aanstekelijk, dat Igor vaak in lachen uitbarstte. Als je hen toen had kunnen zien, dan had je gedacht dat ze écht papa en dochter waren. Zo leuk hadden ze het samen.

***

Na enkele weken kregen de dorpsbewoners het lastiger. Door al dat licht konden ze ’s nachts de slaap niet meer vatten.

“Die joelende kinderen”, zeurden de oudere mensen. “Die blijven allemaal te laat op en maken ontzettend veel kabaal!”

“Mijn klanten hebben geen geduld meer”, zuchtte de slager tegen zijn vrouw. “Alles moet snel-snel-snel. Ik kan er niet meer tegen!”

Ook boer Boris had het moeilijk. “De koeien zijn in paniek”, vertelde hij aan Igor toen die een kilo aardappelen kwam kopen. “En nu weigeren ze melk te geven. Een echte ramp! En dat allemaal sinds …”

Boer Boris stopte abrupt met praten en kuchte ongemakkelijk. Maar Igor wist wat hij had willen zeggen. Hij had het de andere dorpsbewoners ook al horen fluisteren. Het was allemaal begonnen toen Aurora in hun dorp was beland. Iedereen dacht dat het haar fout was.  

Die avond stond er geen lange rij mensen voor de deur van Igor en Freya. Niemand wilde nog een ballonvaart maken. Omdat ze boos waren, wist Igor. Boos op Aurora.

“Freya”, zei Igor toen ze in bed kropen. “Denk jij dat Aurora … dat het haar fout is dat de zon niet meer ondergaat?”

Freya legde haar leesboek op het nachtkastje en keek Igor strak aan. “Nee. Ik denk niet dat het haar fout is.”

Igor zuchtte opgelucht.

“Maar”, voegde ze eraan toe, “ik denk wel dat haar komst er iets mee te maken heeft. Er is iets met dat meisje en de zon. Dat merk je toch ook in de luchtballon? Hoe dichter jullie bij de zon varen, hoe leuker ze het vindt. Maar maakt het iets uit?! Zij is gelukkig hier. En wij vinden haar een schat van een meisje. Dan is het toch niet erg dat de zon wat vaker schijnt?”

“Maar zo denken de andere dorpsbewoners er niet over”, antwoordde Igor. “Ze zijn boos op Aurora. Door al dat zonlicht zijn ze doodmoe.”

“Ach”, zei Freya. “Die boosheid waait wel over, je zal wel zien. Ze kunnen toch niet kwaad blijven op zo’n lief meisje.” Ze gaf Igor een zoen, ging op haar zij liggen en sloot de ogen.    

***

Maar de boosheid waaide niet over. Integendeel, de mensen werden kwader en kwader. Tot ze op een dag zo woedend waren dat ze naar de burgemeester stapten.

“Dat kind moet weg!” gilde mevrouw Toertjes.

“Ja”, riep boer Boris luid. “Mijn koeien worden gek. Als dat meisje niet weggaat, dan geven ze nooit meer melk. Dat wilt u toch niet?”

“Nee, nee”, schudde de burgemeester zijn hoofd. “Natuurlijk wil ik dat niet.” Hij keek de dorpsbewoners één voor één aan. Ze zagen er ontzettend moe uit. En radeloos. Alles wat voordien zo simpel leek, lukte nu niet meer. De bakker had gisteren per ongeluk zand door zijn brooddeeg gemengd. De slager kafferde elke klant uit. En de kapper knipte in iedereens oren. Met opzet. Zo kon het niet langer blijven duren.

“Beste burgers”, zei de burgemeester plechtig. “Jullie hebben gelijk. Dat meisje had blij moeten zijn dat ze bij ons terecht kwam. We gaven haar onderdak en eten. We namen haar onder onze vleugels. En wat krijgen we voor dank? Ze laat de zon nooit meer ondergaan. Dát hoeven we niet te pikken.”

“Nee”, schreeuwden de dorpsbewoners in koor.

“Dus”, ging de burgemeester verder, “nemen we het heft zelf in handen. Ze moet hier weg. Kom, volg mij!”

De burgemeester trok met de woedende dorpsbewoners naar het huis van Igor en Freya. Die waren net de luchtballon aan het klaarmaken voor een tochtje met Aurora. Het meisje zat al klaar in de ballon.

“Igor”, riep de burgemeester van ver. “Halt!”

Igor en Freya draaiden zich geschrokken om. Ze zagen de woedende dorpsbewoners op hen afstormen en hadden maar één seconde nodig om te weten wat ze moesten doen. Freya ging wijdbeens voor de luchtballon staan. En Igor sprong in de mand, klaar om met Aurora de lucht in te vliegen. Maar Aurora begon tegen zijn kuit te stampen.

“Aurora, stop!” schreeuwde Igor luid. “Ik probeer je alleen maar te helpen.”

Maar Aurora bleef hem wild schoppen. De burgemeester stond ondertussen ook bij hen en schudde zijn hoofd. Hij draaide zich om naar de dorpsbewoners. “Kijk nu! Ze is een echte duivel. Ze schopt en slaat zelfs de mensen die haar in huis haalden.”

Freya negeerde de burgemeester en zei tegen Igor: “Ze wil niet dat je haar helpt. Ze wil alleen vertrekken.”

“Hoezo? Ze kan toch niet …”

Maar Freya legde haar hand op Igors arm. “Vertrouw haar. Ze weet wat ze doet.”

Met tegenzin kroop Igor uit de luchtballon. Hij ging naast Freya staan, die Aurora liefdevol aankeek. En langzaam begon de luchtballon op te stijgen.

“H-h-hoe kan dat nu?” zei Igor geschrokken? “Hoe doet ze dat?”

“Zij doet niets”, antwoordde Freya rustig. “Het is haar mama.” En ze knikte naar de zon. “Ze gebruikt de wind om haar dochter naar huis te krijgen.”

“Wat een onzin”, zei de burgemeester en hij rolde met zijn ogen.

Maar de luchtballon vloog hoger en hoger. Steeds dichterbij de zon. En toen ze zo hoog was dat de dorpsbewoners enkel nog een ver stipje aan de hemel zagen, begon Aurora te zingen. Een warm, woordeloos lied dat een deken van troost over Igor en Freya legde. De krekels in het bos begonnen zachtjes te tjirpen. Een uil vloog op uit zijn nest, op zoek naar een avondmaal. En de zon verdween stilletjes aan de horizon. Eindelijk.

Freya veegde een traan van haar wang en kneep zacht in Igors hand. “Kom”, fluisterde ze. “We gaan naar binnen.” En terwijl de dorpsbewoners nog altijd met open mond naar boven staarden, trokken Igor en Freya stil de deur achter zich dicht.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Lann
26 okt. 2020 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket