autosnelweg

2 jul 2018 · 8 keer gelezen · 0 keer geliket

De trots wint het nergens van, het wachten levert niets op. Wanneer ik kijk naar u kom ik uit bij een optelling: wie van ons komt er het sterkste uit? Ge kijkt niet terug. Ik denk in termen als ‘beter’ en ‘macht’. Meestal wil ik koste wat het kost de bovenhand nemen: altijd bereid zijn om weg te gaan. Nu ben ik de kluts kwijt door een jongen, omdat het weggaan niet lukte. Hij had mij omvergeblazen met zijn verzameling opgezette dieren (hij had zelfs een zwarte beer uit Canada). Zonder dieren, zonder vacht ben ik de verliezer van dit spel, de min in de uitkomst. 

 

Ik probeer niet kwaad te zijn, maar eenzaamheid maakt plaats voor zoveel andere dingen. Wanneer ik trek aan mijn huid, zie ik dat die niet meer terug op zijn plaats valt. Ik was vergeten dat wachten op iemand zoveel eenzamer voelt dan gewoon alleen zijn. Gewoon. Alleen. Zijn. Wanneer zal dat lukken? Ik ben nooit alleen, maar ik ben altijd alleen. 

 

Naast kwaadheid zoekt ook introspectie een zitplaats, en het plotse gemis van die ene goede vriend. In mijn hoofd speelt nu al drie dagen dat lied dat we eens hadden opgezet in de auto. Vaak denk ik aan ons in je donkerblauwe Volvo: het was de plek waar je mij veilig en warm meenam naar elders. In die momenten was ik minder in mijn eigen hoofd. Het is nu onmogelijk geworden om tegen je te praten. Je drinkt je wijn met een ander, je legt je dekentje neer in andermans tuin. 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

2 jul 2018 · 8 keer gelezen · 0 keer geliket