Thuis
Wat betekent het om je ergens thuis te voelen? Is dat wanneer je ergens je weg kent? Ook al neem je steeds dezelfde brug en vermijd je de zijpaadjes, alsof ze nergens naar leiden. Of is het wanneer je de taal van de mensen spreekt, dat je kan zeggen dat je géén lid bent van de supermarkt zodat er geen ongemakkelijk stilte ontstaat? Misschien is het wel het moment waarop je weet wat er van jou wordt verwacht, dat je bijvoorbeeld niet zomaar lacht naar vreemden of je schoenen aanhoudt in een openbare bibliotheek. Is het wanneer je merkt dat je niet meer de neiging voelt om je te verplaatsen? En dan rijst ontegenzeggelijk de vraag of je je thuis kan voelen op meer dan één plek. Wellicht.
'Jij hebt iets met plaatsen’, zegt ze soms. Ik denk er vaak over na, nu het bijna tijd is om deze prachtige stad vaarwel te zeggen. En onlangs dacht ik dat ‘zich ergens thuis voelen’ betekent dat je jezelf kan zijn, zoals je je ook bij een persoon thuis kan voelen. Er zijn maar weinig mensen bij wie ik me echt thuis voel, maar er zijn opvallend veel plaatsen waar ik dit gevoel heb gehad. Zo voelde ik me, naast de buurt waar ik woon(de) of naar school ging, thuis in onder meer Genk, Oostende, De Panne, De Haan, Kortrijk, Luik, Aywaille, Arles, Nîmes, Rome, Parijs, Utrecht, Rotterdam, Bordeaux, Kopenhagen, York, Edinburgh en Stockholm.
Veel plaatsen zijn voor mij onlosmakelijk verbonden met muziek. Zo doen Machina van The Smashing Pumpkins en Secret Samadhi van Live (wat een vergeten topschijf!) me meteen aan de binnenkant van de knalpaarse Ford Mondeo Clipper denken van mijn vader, toen ik twaalf jaar was en enkel mijn walkman en deze cassette had voor de lange autorit naar Portugal. Il Viaggio, de door merg en been brekende melancholische plaat van Melanie De Biasio, beluisterde ik non-stop toen ik een week aan het schrijven was in De Letterie in Oostende. Hail to the thief van de beste groep aller tijden is niet mijn favoriete album, maar wanneer ik ernaar luister, ben ik vijftien en zit ik naast Jens op de bus, op weg naar de Maasvallei om er samen met de rest van het derde middelbaar de bodem af te speuren naar slib en klei. Het werkt ook andersom: als ik denk aan het huis waar ik ben opgegroeid, hoor ik Human touch van Springsteen, Steppin’ out van Joe Jackson of Big love van de supergroep Little Village.
Ik onthoud niet zo vaak gezichten, zeker geen beroepen of namen en al helemaal wie wat wanneer deed. Maar ik had nooit een probleem met het studeren van data voor geschiedenis, ik kan codes van deuren of nummers op bankkaarten memoriseren of zelfs tracks op een cd. Maar bovenal onthoud ik plaatsen. De weg ernaartoe is een klus voor de gps, maar ik onthoud wel beelden van steden, straten en pleinen waar ik ben geweest, alsof ik de wereld in schilderijen zie. Helaas betekent dat ook dat ik me snel kan vergissen, als de schilderijen een beetje te veel op elkaar lijken.
Ik doe het nu romantisch en poëtisch klinken, maar dat is niet per se zo. Ik onthoud ook willekeurige plekken waarvan ik me echt afvraag waarom ze in mijn hoofd blijven rondspoken. Zoals een balie van een weinig inspirerend museum (ik zie de balie in al haar glorie, maar ik weet niet meer in welke stad of land die zich bevindt) of een hotelkamer en de binnenkoer in een hotel in Tongeren, zonder dat deze opmerkelijker was dan al die andere hotelkamers. Ik kan mezelf ook dingen in het hoofd prenten, alsof ik het bewust download op mijn harde schijf, zonder enige reden.
Zo was ik eens met mijn ouders en twee broers op vakantie in een klein dorpje in de Alpen en ik verveelde me steendood. Mijn ouders hadden een voorliefde voor kleinschalige huisjes in dorpen waar de geboorte van een geit het evenement van het jaar was en blijkbaar vonden mijn broers dat prima. Ik probeerde haast elke dag iedereen zover te krijgen om eens naar het amfitheater te gaan kijken of gewoon de stad op te zoeken, maar daar werd zelden aan toegegeven. Ik herinner me een moment waarop ik helemaal alleen was aan het struinen door het dorre berggras, tot ik bij een soort afgrond kwam. De zon prikte op mijn huid en het rook er naar lavendel. Het was best een mooi uitzicht over de vallei. Ik besloot toen dat ik me dat moment voor eeuwig zou blijven herinneren, en dat is tot op vandaag niet veranderd. Misschien moet ik meer van deze momenten creëren.