Ik had al opgemerkt dat hij er zeer goed in was om me honderduit over mezelf te laten vertellen zonder ook maar iets over zichzelf los te laten. En bijna was hij er weer in geslaagd. Hij had me uitgevraagd over mijn nieuwe job. Maar ik zou me niet laten vangen deze keer en dus vroeg ik hem: wat voor werk doe jij eigenlijk? Oh boy! Achter het wit van zijn ogen gingen de rolluiken naar beneden en op ’s werelds meest verveelde toon zei hij : “Iets in de reclamewereld”. Het was een duidelijk afblokkingsmanoeuvre maar ik liet me niet zo snel ontmoedigen. “De reclamewereld, dat klinkt interessant”, zei ik aanmoedigend. “Niet echt”, zei hij, zijn stem een toonaard lager. “Maar wat doe je dan juist?” ging ik koppig verder. Er volgde een haperende stilte waarin ik een dreigende wolk over zijn gezicht zag passeren. Ik wilde net zeggen dat hij het niet hoefde te vertellen toen hij me toebeet: “Weet je niet iedereen is zo vol van zichzelf als jij”. Waarna hij zijn stoel achteruitschoof, zijn spullen bij elkaar pakte en verdween.
"What the f!" dacht ik en "Zeg, idioot!"
Maar aan mijn vriendinnen vroeg ik wat ik nu in hemelsnaam verkeerd had gezegd. "Het is toch niet zo’n persoonlijke vraag?"
"Niet iedereen doet zijn job graag", zei Katja schouderophalend
"Wie weet werkt hij wel voor de staatsveiligheid en mag hij niet praten over zijn werk", zei Liesbeth
"Of misschien is hij zo rijk dat hij helemaal niet hoeft te werken en wil hij dat niet laten merken", lachte Belle
"Of misschien is hij gewoon een eikel", zei Manja
"Weer één", zuchtte Suzy
Enkele weken later moest ik me aan de uitgang van het metrostation een weg banen tussen een team verkleed als vruchten die zakjes gedroogd fruit uitdeelden. Ze waren of slecht georganiseerd of gehaast om van hun voorraad af te geraken want ik kreeg ze van overal toegestopt. Het laatste kwam van een gigantische banaan en omdat ik er al drie in de ene en twee in de andere hand had en de banaan een fractie van een seconde aarzelde, viel het op de grond. Automatisch bukten we allebei om het op te rapen. Maar een banaan dat bukt niet zo makkelijk en zo ramde mijn hoofd ongewild zijn bananenmaag. De banaan wankelde achterover, schoof over de stoeprand en zweefde eventjes in het ijle. Toen keilde hij om en belandde met een klap op het wegdek Zelf maakte ik een voorwaartse duik die zeer pijnlijk zou zijn afgelopen ware het niet dat iemand me stevig bij mijn arm vastgreep en me zo weer verticaal wist te krijgen. De banaan was echter geheel schilgewijs opengescheurd. En wie rolde eruit? Jawel, de man die iets in de reclamewereld deed.