een paar huizen verder in de straat
ligt een jong poesje, doodgereden.
amper een muis gezien, wellicht
nog niet alle smaken van Whiskas geproefd.
het halsbandje is nieuw,
een blinkend paspoortbuisje hangt stil
naast een tinkelbel
die geen geluid meer maakt.
misschien ligt een speeltje
aan de nieuwe krabpaal
met maar een handvol tandafdrukken.
weet je, dat van die zeven levens is een fabeltje.
soms is het niet meer dan een tiendaags jeugdkamp,
een belachelijk deeltje van een schoolsemester.
de kinderen hebben het gezien.
ze kijken me aan
en onmacht knijpt mijn ogen dicht.
maar, zeg ik, om iets te zeggen
tegen de stilte in,
ik heb ergens gelezen dat ze er mee bezig zijn,
dat het niet lang meer zal duren voor er
inentingen tegen auto's zijn.
liegen schurkt soms tegen barmhartigheid aan.