Belle

27 jun 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Ik zet de muziek nog wat luider terwijl ik luidkeels meezing met “Just the way you are”.

'Cause girl you're amazing, just the way you are!'

Ik wijs naar Belle, die aan het stuur zit en al even luid meezingt, maar minder enthousiast meebeweegt. Vanzelfsprekend, je kan niet dansen en rijden tegelijkertijd. We zijn onderweg naar Griekenland, waar we een week gaan kamperen. Jep, kamperen in Griekenland. Dat klinkt misschien raar, maar we houden van kamperen en warm weer, dus eigenlijk is het zo gek nog niet.

‘Wat denk je Tinne? Tijd voor een plaspauze?’ vraagt Belle als ze langs de kant van de weg een bord ziet staan dat aankondigt dat er over één kilometer een tankstation en wegrestaurant zijn.

‘Is goed!’

Niet veel later rijdt Belle de parking op. We stappen uit en wandelen richting het tankstation. Terwijl Belle op de wc zit, slenter ik door de winkel en haal allerlei verschillende soorten ongezond eten uit de rekken. Met mijn armen vol zakken chips, koekjes, snoep en twee flesjes cola sta ik aan de kassa. Ik betaal het bedrag van €23,67 (serieus, waarom is eten in tankstations langs de weg zo duur?), neem mijn zakje en ga aan de wc’s wachten tot Belle weer verschijnt.

‘My god, Tinne! Wat is dat allemaal?!’ roept Belle uit als ze me ziet staan. Ze neemt de zak over en kijkt verschrikt naar al het eten.

‘Heb jij een leger dat je eten moet geven of zo?’ lacht ze.

‘De soldaten in mijn buik hebben honger,’ reageer ik met een hand op mijn buik. ‘Ik heb ook aan jou gedacht hoor.’

Glunderend haal ik Belles favoriete koekjes en één van de twee flesjes cola uit de zak.

‘Gelukkig maar, ik was al bang dat alles voor jou was!’

Lachend keren we terug naar de auto, waar we nog even gewoon blijven zitten om een beetje te rusten voor we weer vertrekken. Ik trek een zak chips open, waar Belle gretig van mee-eet. Als de chips op zijn en we nog even een korte wandeling rond het parkeerterrein hebben gemaakt op zoek naar een vuilbak, kruipen we weer in de auto en zetten onze weg naar Griekenland verder. Deze keer zit ik aan het stuur, zodat Belle niet de hele rit hoeft te focussen.

 

Na nog vele uren rijden komen we eindelijk aan in Griekenland. We hebben een kleine camping niet ver van een minder populair strand uitgekozen. Ik parkeer de auto en stap uit. We beginnen met het uitladen van de belangrijkste spullen: onze tent, het extra grondzeil, de opblaasbare tweepersoonsmatras, een hamer en de voetpomp. Ik vouw het extra grondzeil open en pin het vast in de grond met piketten zodat het niet wegwaait.

‘Ik de tent en jij de luchtmatras?’ stel ik voor. Belle knikt en begint meteen de matras open te leggen op het grondzeil. Terwijl ze ijverig begint te pompen, rits ik de zak waar de tent in zit open. Ik schud alles uit de zak en bestudeer vervolgens de handleiding. Niet dat ik de tent nog nooit heb opgezet, maar het is alweer even geleden en ik wil liever niet halverwege opnieuw moeten beginnen. Eén voor één voer ik de stapjes uit. Als ik de flexibele tentpalen door het zeil moet steken, roep ik even de hulp van Belle in. Na een klein uurtje staat de tent recht en kunnen we alles beginnen uitladen. Eerst leggen we de luchtmatras in de binnentent. Belle is bekaf van het vele pompen.

‘Beloof me dat we tegen volgende keer dat we samen gaan kamperen een automatische pomp kopen. Ik voel mijn been niet meer!’

‘Ik vond je verschillende manieren van pompen anders wel origineel,’ lach ik. Belle heeft niet alleen afwisselend haar beide benen gebruikt, maar ook haar handen (om haar benen een rustpauze te gunnen) en haar achterwerk (om haar armen te kunnen laten uitrusten). Vraag me trouwens niet hoe je een voetpomp kan laten werken met je kont, dat kan alleen Belle. Als alles uitgeladen is en in de tent een plaats heeft gekregen, stel ik voor om nog even naar het strand te gaan en daarna in het dorpje een hapje te gaan eten.

‘Ja, topidee! Ik doe even mijn bikini aan.’

‘Ooh ja, goed idee! Daar had ik nog niet aan gedacht. Ik wacht wel even hier en daarna kan ik mijne ook aandoen.’

‘Je kan toch ook ineens meekomen? Ik bedoel, we kennen elkaar al zeven jaar en zijn al die tijd al beste vriendinnen. Bovendien is het niet zo dat we nog nooit een naakte vrouw hebben gezien.’

Ik begin te blozen en hoop uit de grond van mijn hart dat Belle het niet merkt. Beste vriendinnen ja... Als ze zou weten dat ik al een jaar verliefd op haar ben, zou ze wel anders reageren.

‘Je hebt gelijk, ik kan me net zo goed samen met jou omkleden,’ zeg ik toch maar. We draaien ons wel met onze ruggen naar elkaar toe, zodat we toch nog een beetje privacy hebben. Als we onze bikini’s onder onze kleren hebben aangedaan, vertrekken we naar het strand. Er zijn niet zoveel mensen, wat ik absoluut niet erg vind. Ik krijg het benauwd van te veel mensen om me heen. Belle legt meteen haar handdoek open en neemt de zonnecrème.

‘Je bent nog niet ingesmeerd hè Tinne?’

‘Nee klopt, gelukkig denk jij daar nog aan,’ antwoord ik terwijl ik ook mijn handdoek neem en erop ga zitten.

‘Kom hier, ik zal het even doen.’

Belle komt voor me zitten en smeert mijn gezicht in.

‘Belle, dat kan ik zelf ook wel hoor, alleen mijn rug niet.’

‘Ik ben nu toch al bezig. Doe je ogen eens even dicht.’

Ze smeert de rest van mijn gezicht in.

‘Ze mogen weer open hoor Tinne,’ lacht Belle als ik mijn ogen niet meteen weer open doe. Ik zie haar geamuseerd naar me kijken. Ze ziet er zo leuk uit, en zo dichtbij. Ik zou haar kunnen kussen... Ik verplicht mezelf om die gedachte opzij te zetten. Op dat moment neem ik me voor dat ik deze vakantie mijn gevoelens voor haar opbiecht. Belle verplaatst zich naar achter mij. Ik doe mijn T-shirt uit zodat ze mijn rug kan insmeren. Als ze klaar is, smeer ik haar rug nog in en daarna lopen we samen naar de zee. We zwemmen, spetteren elkaar nat en duwen elkaar kopje onder. Als we moe zijn van het zwemmen, waden we lachend weer terug naar het strand. Als we elkaars rug nog een keertje hebben ingesmeerd, leggen we ons allebei languit op onze handdoeken om nog even te zonnen.

 

Nadat we in het dorpje iets zijn gaan eten, gaan we terug naar het strand om naar de zonsondergang te kijken. Belle en ik zitten op een handdoek en genieten van het prachtige uitzicht. Belle legt haar arm om me heen en haar hoofd op mijn schouder. Ik besluit dat dit een goed moment is.

‘Belle? Ik moet je wat vertellen.’

‘Dat rijmt,’ lacht ze.

Als ze merkt dat ik niet lach, wordt ze weer serieus en kijkt me vragend aan. Wat daarnet nog een vanzelfsprekend plan leek, lijkt nu iets heel stoms. Ik klap toe en ontwijk Belles blik.

‘Laat maar,’ fluister ik.

‘Ben je zeker? Ik zie aan je dat je er mee zit Tinne. Als je het niet wil zeggen hoeft het niet natuurlijk, maar ik ben er voor je hè.’

‘Dat is lief,’ weet ik uit te brengen.

‘Wil je het vertellen?’

Ik zwijg en weeg de voordelen tegen de nadelen af. Als ik tot de conclusie kom dat er geen nadelen zijn, bereid ik me mentaal voor om het toch te vertellen.

‘Wel... Het zit zo,’ breng ik haperend uit. Belle wrijft geruststellend over mijn rug en geeft aan dat ik alle tijd moet nemen die ik nodig heb.

‘Ik... ik heb al een jaar lang gevoelens voor je,’ zeg ik uiteindelijk. Meteen heb ik spijt van wat ik gezegd heb. Belle zet zich recht en kijkt me aan met een blik die ik niet kan thuisbrengen. Verrast? Afkeurend? Eén enkele seconde meen ik blijheid of enthousiasme te zien, maar ik zie het meteen weer plaatsmaken voor een neutrale blik. Ik heb het me vast ingebeeld.

‘Ik ben blij dat je me dat verteld hebt.’

Er valt een gênante stilte, tot Belle haar hoofd weer op mijn schouder legt en van onderwerp verandert.

‘Wat is het hier toch mooi hè...’

 

's Avonds liggen we nog wat te praten in de tent.

‘Zouden we niet gaan slapen? Het is al bijna twee uur 's nachts...’ stel ik voor.

‘Misschien wel ja, alhoewel we eigenlijk nergens op tijd voor moeten opstaan morgen.’

‘Klopt, maar ik ben moe.’

‘Dan moeten we gaan slapen inderdaad.’

Belle kruipt in haar slaapzak dichterbij mij. Ik wil haar een knuffel geven, maar voor ik de kans krijg, voel ik Belles lippen die de mijne zoeken. Ik verlies me helemaal in de kus. Als mensen zeiden dat ze vlinders voelen vond ik dat altijd overdreven, maar deze kus zorgt ervoor dat ik me overgeef aan het cliché. Niets voelde ooit zo goed.

‘Belle-‘

Ze breekt mijn zin af, nog voor hij goed en wel begonnen was, door haar lippen nog een keer op die van mij te drukken.

‘Ik hou ook van jou Tinne,’ zegt ze daarna. ‘Misschien nog niet zo lang als jij van mij, maar ik was zo blij dat je me het daarstraks vertelde.’

‘Maar waarom zei je dan niets? Nadat ik het vertelde bedoel ik. Ik snap maar al te goed waarom je het daarvoor niet even zomaar ging vertellen.’

‘Ik wilde het niet meteen met de wereld delen. Misschien waren er maar tien mensen op het strand, toch moest dit moment iets van ons alleen zijn. Sorry dat ik zomaar over iets anders begon, maar ik wist echt niet wat ik moest doen.’

‘Je hebt echt geen idee hoe blij je me maakt Belle.’

‘Kom eens mee.’

Belle trekt me aan mijn arm mee de tent uit. Als we op onze blote voeten in het gras buiten staan, staar ik Belle verbaasd aan.

‘Waarom staan we buiten?’

‘Kijk eens omhoog. Al die sterren. Ik vind ze prachtig! Ken je iets van sterrenbeelden?’

‘Ik ken alleen de Grote en de Kleine Beer...’

‘Kan je ze vinden?’

Ik wijs naar boven.

‘Daar is de Grote Beer, het steelpannetje.’

‘En de kleine?’

‘Daar, aan de Poolster.’

Ik wijs naar de felste ster aan de hemel. Belle wijst enthousiast de andere sterrenbeelden die ze kent aan. Orion is haar favoriet zegt ze. We liggen nog een hele tijd buiten voor de tent naar de sterren te kijken, nog zo’n cliché waar ik me nu met plezier aan overgeef.

 

De volgende dag ben ik als eerste wakker. Ik rits de tent open en rek me buiten even uit. Als ik weer naar binnen ga, zie ik dat Belle ook wakker is. Ze knijpt haar ogen dicht tegen het felle zonlicht dat in de tent valt. In dit licht is het duidelijk dat ze hetzelfde prachtige blauw zijn als de zee.

‘Weet je waar ik zin in heb Tinne?’

‘Ja. Ik ga voor jou op koffiejacht,’ antwoord ik zacht en ik geef haar een kus op haar hoofd.

‘Hoe raad je het hè...’

Met de bidon in mijn hand loop ik naar het dichtstbijzijnde kraantje met drinkwater. Ik vul hem en giet even later een deel van het water over in de waterkoker. Kamperen is altijd een beetje behelpen, ook wat koffiezetten betreft. Het moet op de ouderwetse manier, met een filter en kokend water dus. Ik dek de picknicktafel voor het ontbijt en als de koffie klaar is, roep ik Belle. We ontbijten, gaan douchen en trekken daarna het stadje in om een beetje de toerist uit te hangen. 

 

De week vliegt voorbij en voor we het weten moeten we weer naar huis.

‘Kunnen we echt niet nog wat langer blijven?’ vraag ik terwijl ik een zielig gezichtje trek naar Belle.

‘Ik zou wel willen, maar helaas...’

Ze gooit de laatste spullen nog in de auto en stapt dan in. Ik ga op de passagierszetel zitten en dan start Belle de auto.

‘Doei camping, we zullen je missen,’ zeg ik treurig als we wegrijden.

 

Na een flink stuk rijden stoppen we om te wisselen van chauffeur en om te eten. Belle rijdt een parking langs de autostrade op en parkeert de auto vlak naast een paar picknicktafels. Ik stap uit om het eten te nemen. Belle komt achter me staan en geeft me een knuffel.

‘Heb ik je vandaag al gezegd hoeveel ik van je hou?’ vraagt ze.

‘Hmmm... Nog maar 2000 keer, maar je mag het altijd nog een keer zeggen,’ antwoord ik, en ik kus haar.

‘Kom mee, we gaan eten!’

Belle loopt het stukje parking tussen onze auto en de tafels nog over, maar kijkt niet en ziet daardoor de auto niet komen.

‘BELLE! PAS OP!’

Maar het is al te laat. De auto probeert nog te remmen, maar tevergeefs. Belle, die net nog zo vrolijk en lief bij me stond, ligt nu op het warme asfalt voor de auto. Rond haar lichaam verschijnt een plasje bloed, dat steeds groter wordt. Ik ren naar haar toe, tranen stromen over mijn wangen. 

‘BELLE!’

 

Ze reageert niet. Voorzichtig neem ik haar arm op en voel aan haar pols. Niks meer. Op slag dood.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

27 jun 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket