mijn boom is omgehakt door een hakker
zomaar op een dag, met kettingzaag en bijl
het duurde veel te lang, die moord
hij hakte op hem in, niet in z’n wortels, nee
die zaten veel te diep en te verstrengeld in elkaar
maar kniehoog in de flank
brutaal en ongenadig horizontaal
bomen sterven staande
mijn boom ligt stil en toont nu z’n vele mooie ringen
jarenlang vergaard en groot gegroeid
geen wind meer die hem nog streelt
geen vogels meer in z’n kruin
werkeloze wortels wachten op grote gele zwammen
elke dag hoor ik hem denken :
God, waarom is het volbracht ?