Ledeberg, Pinkstermaandag 2018
Dag Lus,
In deze brief zet ik je op de billenbank. Dat klinkt als een straf, maar is het geenszins. De billenbank zijn de W-vragen, open vragen die ruimte laten voor de antwoorden. Als je alle W’s (wie, wat, waar, wanneer, waarom, welk) op een rijtje zit, krijg je een visuele billenbank, tenminste als je mooie, ronde W’s schrijft…
Ik heb zonet je brieven herlezen en er de zinnen uit geplukt waarbij ik bleef hangen.
In tijden van onverschilligheid kan een beetje lief zijn nooit kwaad.
Dit vind ik een hele mooie zin. En ook absoluut waar. Persoonlijk ervaar ik dit de laatste tijd in vriendschap. Iedereen heeft het altijd zo druk, het duurt soms maanden voor je met iemand kan afspreken. Zelfs als je aangeeft dat je het op dat moment moeilijk hebt, blijf je soms in de kou staan.
Ik weet niet waar jij precies op doelde met die zin, Lus.
Waar voel je dan die onverschilligheid?
***
Ik kijk graag naar de wolken en de lucht.
Ik ben ook een wolkenliefhebber. De wijste les die ik ik in het middelbaar kreeg, kwam van mijn lerares chemie. Geen idee hoe we op dat onderwerp kwamen middenin een chemische proef – die trouwens altijd mislukten bij haar – maar zij zei ons: “Als je het later moeilijk in het leven krijgt, kijk dan naar de wolken.” Dat is me altijd bijgebleven.
Wanneer ben jij een wolkenkijker geworden, Lus?
***
Alleen onze narcissenberg is ook nog de moeite. Liefst lig ik in de hangmat te lezen.
Bij een narcissenberg kan ik me niet veel voorstellen. Ik zie een grote molshoop aarde vol narcissen voor me, maar ik weet niet of dit beeld klopt. Met die hangmat heb ik geen visueel probleem. Dat is veruit het enige Mexicaanse object dat hier ontbreekt, vermoed ik. Onze tuin is te klein voor 2 palmbomen en de muren zijn niet sterk genoeg dus die hangmat benijd ik je wel.
Welke boeken lees je graag, Lus?
***
Misschien hou jij niet zo van kerkhoven maar ik vertoef er graag. Een beetje melancholie is mij niet vreemd en ik denk graag aan vroeger. Is dat ouder worden?
Neen, ik hou niet van kerkhoven, Lus. Tenzij het een Mexicaans kerkhof is. Was het je al duidelijk dat ik een beetje onstandvastig ben? Een kerkhof staat misschien een beetje symbool voor hoe verschillend onze en hun cultuur is. Hier vind ik vaak alles saai en grijs, ginds is alles bijzonder en kleurrijk. Dat merk je vooral bij Día de los Muertos wanneer zij hun doden gedenken. Ik heb dus meer op Mexicaanse kerkhoven rondgezworven dan hier.
Wat doe je dan op ‘jouw’ kerkhof, als ik vragen mag?
***
Maar Lieke, als jou iets zou overkomen, hoe gaan wij dat hier weten?Ik zie ons dan weer terug op de zolder van de academie.
Je brieven naar Lieke intrigeren me, Lus. Hoe je haar precies hebt leren kennen en wat haar situatie is, blijft vaag.
Wie is die Lieke in jouw leven?
Waarom was er in deze briefwisseling niet meer verbondenheid tussen ons, Lus? Dat heb ik eigenlijk wel gemist. Nu, dat lag eerder aan het concept dan aan ons, volgens mij. Door de opdrachten konden we sommige brieven immers niet rechtstreeks aan elkaar richten.
En voor de rest pleit ik zelf zeker ook schuldig. Ik laat niet zo makkelijk in mijn ziel kijken, noch in stem, noch op papier.
Die laatste brief wordt wellicht het antwoord. Vuur je vragen dus maar af en lok me uit mijn tent…
Lieve groeten,
Tine