Jouw daden hebben je woorden verraden. Er stond enkel spanning op de planning. Geen onvoorziene omstandigheden of een zwaar verleden. Leven in het heden, van de pluk. Voor vluchtig geluk. Of is het dan toch ik, die stik, verstik. Het vertik. Te weerstaan, aan een moment. Aan ongekend. Die vlucht,
ver zucht.
