De regen tikte zacht tegen het raam toen Conraad besefte dat hij in een wereld leefde waar iedereen veters droeg, en hij velcro. Het licht viel verkeerd en zijn handen trilden, hij besloot om zijn boek neer te leggen. Zijn koude, trillende handen gleden zacht in zijn broekzak, grabbelend. Hij had moeite met zijn eerste oortje in zijn oor te krijgen, het tweede ging makkelijker. Zijn ogen dwaalden door de ruit, starend in de donkere maandagochtend. Beste reizigers … Conraads hand ging snel naar zijn oor. Volgende station: Zoberdem. Mijn station. Hij klikte op zijn telefoon om de muziek verder te laten spelen en greep zijn rugzak die op de stoel tegenover hem lag. Shit, bladeren vielen over de vloer, terwijl hij ze snel terug oppakte hoorde hij een zacht gegiechel. Zijn donkerbruine ogen schoten naar voor, hij waaide vlug de haren uit zijn zicht, wow. Een meisje, nog nooit zo mooi gezien. Ze droeg het duister in haar haren, die zwarter dan de ochtendlucht over haar schouders gleden. Haar ogen glansden groen, als mos dat glinstert in de eerste dauw. Haar tanden wit als een sneeuwvos, net gevangen door een sneeuwstorm. Hij keek terug naar zijn boekentas wanneer hij besefte dat hij aan het staren was. Zijn voeten sleepten over de vloer tot hij uit de trein sprong, net voordat de deur sloot. Zijn botten stil en spieren gespannen, hij stond stil. Mensen passeerden, keken hem raar aan, keken dan terug naar het pad dat voor hun lag. Niet nu, mensen kijken, beweeg Conraad, beweeg nu, alsjeblieft. Conraads longen deden pijn, zijn mond geopend en ogen wijd versperd. Een doffe trilling in zijn broekzak, zijn spieren ontspanden zich. Zijn mond klapte dicht en zijn grote adamsappel steeg en daalde waneer hij slikte. Zijn hand graaide in zijn broekzak, zijn hand als zijn telefoon trilden nog.
Hallo?
Hallo? opnieuw
Ah ja Conraad, ja hallo, euhm waar ben jij? Conraads telefoon trilde
sorry ik had je niet verstaan, wat zei je?
Ah, ik vroeg waar je bent, het is al 9 uur en je bent nog niet bij Anne.
Ik ben pas net toegekomen, ik kom nu af.
Hij keek rond hem, het station was leeg. Ik heb hier toch niet zo lang gestaan? Hij haalde zijn arm naar boven en staarde naar zijn horloge, wazig door zijn waterende ogen. Heb ik hier 10 minuten gestaan, dat kan toch niet. Voor Conraad het door had, hadden zijn voeten hem al op de trap geleid, zijn kapotte schoenen bogen wanneer zijn voeten de grond raakte. Toen hij het station uitliep zag hij de stad in zijn volle glorie. Is dat nu Labi zijn nonkel? Toch niet weer. Terwijl Conraad bezorgd naar de man snelde, kwamen de vuisten als sneeuwvlokken in de duistere nacht.
Mijn geld stelen, ge moe maar eens proberen klojo!
U geld, U geld?! Gebt het godverdomme eerst van mij afgepakt!
Conraad pakte Labi’s oom zijn arm vast en huh, ik zie zo wazig. Een paar bloedrode ogen staarden in zijn ziel.
Conraad? Ah nee, Conraad.
Een stuk boomstronk op de grond brak zijn val, de waas werd rood. Ga ik nu naar de hel, of word ik gek? Een hand wreef over zijn oogkas en het deed zeer als hij nog nooit had meegemaakt. De rode gloed verdween.
Ahnee kut, Conraad, wat heb ik u nu aangedaan.