Als je dan behoedzaam je brillendoos met kostbare inhoud vlakbij de redder achterlaat, zacht schuifelend over de gladde helling - als een oud meisje - het frisse water in zakt, bijna naar adem hapt omdat fris koud blijkt te zijn, je hoofd onder water dompelt en met zekere zwemslagen de vijver doorglijdt, deugddoend voor hoofd en leden, wazig in het beeld, maar zacht aan het lichaam, groengeurend in de neus en zoetklaterend aan de oren, openbaart zich de pure smaak van deze zwemplas. Het boek in je tas - het laatste meesterwerk van Ilja Leonard Pfeijffer - kan hier, aan de waterkant, waardig gesavoureerd worden.
Zomer in onze zalige zwemvijver.