Uit de wieg getild, licht en langzaam
in het mooie Borgerhout
waar vlak bij de stad
een etnische schreeuw galmt.
Waar broodjes kip en verse vis
een stilleven leiden
in de honderdmeters lange etalages
van de Turnhoutsebaan.
Ik kom er vandaan,
voel de stemsnaren van die
tot ghetto verguisde plek,
waar God en kind
een straattaal zingen,
een hanige lokroep
om aandacht bedwingen.