8 april
Voor jou blijft zondag familiedag, toch? Dat is ingebakken in het Limburgse DNA. Met z'n allen gezellig rond de vlaai een kaartje leggen. Ik maak er een karikatuur van, maar dat zal jij als stripfanaat wel kunnen plaatsen. Zelf laat ik vandaag een barbecue aan mij voorbijgaan. Mijn broer ziet zijn kans schoon om pinguïn-selfies te showen. (Hij is net terug uit Zuid-Afrika.) Daar heb ik echt geen boodschap aan.
Nee, mijn manier om het dolce far niente te bereiken: cultuur opsnuiven en dan vanop een anoniem terrasje het va et vien gadeslaan. Een gothic koppel trekt zich vestimentair niets aan van het warme weer. Verderop zeult iemand een reusachtige kamerplant over het hobbelige trottoir. Ja, ik voeg momenteel volop de daad bij het woord. Mijn cappuccinolepeltje ligt te glunderen in de zon. Hadden wij trouwens in een overmoedige bui niet afgesproken om op Romereis te gaan? Ik ben al flink aan het oefenen, zoals je ziet, en ik raad jou van harte hetzelfde aan.
Con amore,
Ingemar
10 april
Een tijdje geleden maakten we samen jouw befaamde jambalaya klaar. Onder het versnijden van de paprika liet ik me – weinig tactvol – ontvallen dat ik er als kind een half trauma aan had overgehouden (mijn broer en ik voor het slapengaan in de badkamer – de totale malaise: het zijn momenten die je niet licht vergeet), maar dat ik er intussen wel overheen was.
Ik moet op mijn woorden terugkomen. Gisteravond wokte ik paprika met garnalen: de ganse nacht tussen mijn bed en het kleine kamertje gelaveerd. Je zal begrijpen dat ik de paprika hierbij toch weer tot groente non grata verklaar. Die puntige lastpak behoort niet toevallig tot de nachtschadeplanten. Wat staat er zoal op jouw zwarte lijst?
11 april
Her en der barsten ribfluwelen blaadjes tevoorschijn. Ook de paardenkastanje brengt de lente in stelling. Nog even en overal viseren witte raketten vredig de hemel. Het kan maar helpen om mijn paprikadebacle te verwerken.
14 april
De duiven koeren alsof alles hier Provence is. Er zindert zonlicht door de gordijnen, dus wie ben ik om hen ongelijk te geven? Misschien moet ik mijn dromen wat langer voor werkelijkheid houden. Opstaan met postkaartwoorden en dan beginnen schrijven.