Schone schijn
Een snelwegparking langs de Autoroute du soleil. We installeren ons voor de picknick wanneer ik op slag aan Tirza moet denken, de bekroonde roman van Arnon Grunberg. Enkele tafeltjes verderop sipt een sjofel ogende man op teenslippers, sigaret vastklemmend, van zijn koffie. Aan zijn voeten, als een oude compagnon de route, zijn trolley, zo een waarmee je dames van middelbare leeftijd om boodschappen ziet gaan. Anders dan de drukdoende Nederlanders rondom ons geeft hij niet bepaald de indruk onderweg te zijn. Wedden dat hij elke ochtend opnieuw naar ditzelfde bankje sloft? Dit is geen passant, maar een local die de schijn ophoudt.
En warempel, nadat hij zich routineus heeft ontdaan van kartonnen bekertje en sigarettenpeuk, zien we hem even later doodgemoedereerd naar hetzelfde tafeltje sjokken, alsof het zijn eerste koffietje en zijn eerste sigaret van de dag betreft. In dit archetypische personage herken ik moeiteloos Jörgen Hofmeester, Tirza's vader die elke ochtend plichtsgetrouw met zijn aktentas vertrekt, niet naar de uitgeverij waar hij zopas aan de deur is gezet, maar naar Schiphol om vanop een bankje de reizigerschaos gade te slaan.