ik weet niet of het kind levensvatbaar is - zegt de dokter
en Christus glijdt geruisloos van zijn kruis
de lokroep van de kievit klinkt bijzonder ver weg vandaag
en verderop in het klimop, tussen de stoffige stengels
liggen van Betadine verzadigde watten zo rood
maar dat weet je niet van mij
er kruipt iets langs haar been omlaag
en de dokter kijkt ongegeneerd onder zijn bureau
port met een stok haar knieën open
wat niet mee wil, moet eruit – zegt hij
zijn mondhoek blijft hangen aan de knop van zijn jas
dus biedt zij hem een zakdoekje aan
ze danst met spijkers in haar ruggengraat
om zichzelf bijeen te houden
en wanneer hij zich buigt
over haar barst
valt hij met klimijzers het donker in
dat is heel diep
zijn tocht
begint