Met veel kabaal reed de kolonne pantservoertuigen voorbij. Drie meter lager lag ik in de modderige greppel. Mijn hartkleppen in top speed. Peter lag links van me. Ik zag de schrik in zijn ogen, de gespannen kaakspieren. De beklemdheid door de angst voor wat komen zou. Het einde van zo’n kolonne wordt altijd gevolgd door extreem getrainde pantserinfanteristen.
Peter kroop dichterbij. We raakten elkaar aan. Ik deed mijn handschoen uit en legde mijn hand in zijn hals. Het warme comfortabele gevoel ontspande Peter. De angst verdween uit zijn ogen. Hij verlegde snel zijn focus.
De eerste verkenners kwamen in zicht.