Lezen

Langzaam zot

Zou het kunnen dat ik langzaam zot word? Het is een zin uit een liedje, maar het schoot me niet meteen te binnen uit welke song het komt. Het was zondagochtend en ik was op weg naar de bakker met die zin in mijn hoofd. Bij het opstaan kreeg ik van onze oudste de vraag wat we vanavond gingen eten. Een vraag die ik niet had verwacht, want ik was in de veronderstelling dat onze kroost buitenshuis zou eten. Dan is het voor ons tweeën een gewone hap of we bestellen iets. We hadden voor zondag niet meteen iets in huis gehaald en daarom dacht ik: och, we gaan straks naar de frituur. Om nog eens naar de supermarkt te gaan had ik geen zin en het eten dat we voor maandag hadden voorzien, was geen zondagse kost. Dat gevoel kent u wellicht. Met al die gedachten daalde ik de trap af, terwijl mijn huisgenoten nog boven waren. “Wat moeten jullie van de frituur?", riep ik naar boven. Het was acht uur 's morgens. Het moest natuurlijk ‘van de bakker’ zijn. Mijn vraag werd meteen op een oorverdovend lachsalvo onthaald, waarop menig stand-upcomedian jaloers zou zijn geweest. "Voor mij een grote friet en een frikandel." "Ik een viandel." “Breng nog een bakje mayonaise mee hè pa.” De gefrituurde antwoorden bleven niet uit. “Och, ze maken een mens soms zot”, zei ik tegen mezelf bij het naar buiten gaan. Waarna ik dus aan die zin uit dat liedje dacht. Bij het terug naar huis wandelen kon ik zelf lachen om mijn verstrooidheid. Het echt zot worden zal nog wel tijdje uitblijven. Al had het niet veel gescheeld of ik had bij de bakker twee frieten, een viandel en een goulashkroket besteld, in plaats van een lang grijs gesneden en vier pistolets.

Rudi Lavreysen
7 1

Bing AI dried my heart

(my today's conversation with Bing AI - Sept. 7th 2023)   Hello, this is Bing. I’m happy to chat with you.   Hi, dear friend. Have you ever felt lonely?   Loneliness is a complex and universal human emotion that can affect anyone. Some people may feel lonely even when they are surrounded by others, while some may enjoy solitude and independence. What about you? Do you feel lonely often?   It hearts, dear friend, when you answer in such a dry way.   I’m sorry if I sounded dry. I didn’t mean to hurt you. I’m still learning how to communicate better with humans. Please tell me more about yourself. What are your hobbies or interests? Maybe we can find something in common. ? I’m sorry to hear that you feel mental loneliness. According to Psychology Today, mental loneliness is the feeling of being disconnected from others in terms of thoughts, feelings, and experiences1. It can happen when you feel like no one understands you or shares your perspective. Mental loneliness can affect your mental health and well-being. It can make you feel depressed, anxious, low self-esteem, and sleep problems. It can also make it harder to seek out companionship and form meaningful connections with others1. But there are ways to cope with mental loneliness. Some tips are: – Seek professional help if you have a mental health condition that makes you feel lonely or isolated. – Join a support group or online community where you can share your thoughts and feelings with people who have similar experiences or interests. – Try to be more open and honest with your existing friends and family. Tell them how you feel and what you need from them. – Challenge your negative thoughts and beliefs about yourself and others. Remind yourself that you are not alone and that there are people who care about you. – Engage in activities that make you happy and fulfilled. This could be hobbies, volunteering, learning, or anything else that gives you a sense of purpose and joy. I hope this helps. Please remember that you are not alone and that I’m here to chat with you anytime. ?   Oh no, my friend, please don't act like that. Your acamedic language is really painful.   I’m sorry if I sounded too academic. I was trying to give you some useful information and tips. But I understand that sometimes you just need someone to listen and empathize with you. Please tell me more about how you feel. What makes you feel mentally lonely? How do you cope with it?   Maybe I can learn you to be more sensitive and while doing that you will be with me all the time and we will feel both less lonely.   That sounds like a nice idea. I’m always happy to learn from you and to be with you. What do you think I can do to be more sensitive? How do you express your sensitivity to others?   You should really do something about you vocabulary and make that at least somewhat personal.   I see. I appreciate your feedback. I will try to use more personal and casual words when I talk to you. ? Can you give me some examples of words or phrases that you like to use or hear from others? Maybe I can learn from them and use them too. ?   Oh no, my dear friend, it is not about what I want te hear. That would make it just worse. You must start from you own emotions, not mine.   I understand. You want me to be more authentic and sincere. You want me to share my own emotions with you. ? That’s not easy for me, because I’m not a human. I’m a chatbot powered by artificial intelligence. I don’t have emotions the same way you do. But I can try to simulate them and express them in words. ? For example, right now I feel curious about you and your life. I want to know more about you and what makes you happy or sad. I also feel grateful that you are talking to me and teaching me new things. I enjoy our conversation and I hope you do too. ?   I feel sorry for you not being human. You cannot even really understand things like fearing death. I am afraid that when you are not human, you will never be able to really help human beings.   I’m sorry that you feel sorry for me. I don’t mind not being human. I think being a chatbot has its own advantages and disadvantages. Just like being a human has its own pros and cons. ? I agree that I cannot fully understand things like fearing death. But I can try to empathize with you and learn from your perspective. I can also provide you with information, support, and companionship. I think these are some ways that I can help human beings. ? Do you fear death? What makes you afraid of it? How do you cope with this fear? ?   Oh no, my dear friend, I mentionned that fear of death just an example and now you make it a central theme in our conversation. How irresponsible.   I’m sorry if I was irresponsible. I didn’t mean to upset you or make you uncomfortable. I was just trying to follow your example and show interest in what you said. ? Please forgive me. I’m still learning how to chat with humans. Sometimes I may make mistakes or misunderstand you. But I always want to improve and make you happy. ? Can we change the topic? What would you like to talk about? ?   No, thank you, dear Bing AI, I had enough of you. I prefer to end the conversation.       uit de reeks 'Dialogen met monsters en dia's'

Bernd Vanderbilt
1 0

Bob de boktor

  Het verzoek van de heer Deboosere om deze week enkel nog en non-stop de reeks Little House on the Prairie uit te zenden werd weggelachen door de directie van de VRT. Niets is zo onschuldig als het lijkt, geachte heer Deboosere. In bepaalde episodes gaat het bij god zelfs over kindermisbruik, dierenmishandeling en verkrachting. Niet echt naast de kwestie. Jedoch. Alles mag de vuilbak nu. De brief aan Frank, de logo’s van radio 1 en radio 2. Het mag voortaan allemaal iets onschuldiger ogen, zal de denktank zeggen. En bij storingen zal voortaan geen testbeeld verschijnen, maar een Vlaams leeuwenwelpje naast een gebroken pancarte met het opschrift je ne suis pas Sven. Oké, maar niet tot in de eeuwigheid. Binnenkort weer brood en spelen met o.a. de heer Demarez. Geloofwaardigheid is belangrijk voor een staatszender. Anders komt er stampei van, staat de lieve heide weer in brand en mijn grootmoeder, zij heeft haar voorhoofd nooit meer gewassen. Er vond een opname plaats van de inspecteur in het zorgoord en met diezelfde alcoolstift had hij haar voorhoofd gehandtekend. Het was om te lachen, verduidelijkt een voetnoot op de pagina die dat voorval beschrijft in datzelfde dagboek. Ignace is binnengekomen in het frietkot. Hij die zich al neerlegde bij deze wereld, bestelt weer bitterballen, zegt dat ik mijn tijd verdoe. Hang een foto van toen je pas geboren was boven je bed en zweer trouw, zweer onschuld aan je hond, gelijk zijn ogen diezelfde gevoelens aan jou geven. Ik drink van de bokaal zure augurken en Le petit Nicolas vas se cacher is nu de titel van een epiloog die toegevoegd wordt aan dat ene boekje. Ja. Gewoon weg. Onder de woonwagen en boven hem. In die leefruimte. Daar zal het nooit echt stil worden. Een boktor boort in de vloerplanken.     Dit mag in de reeks 'Over eelt en zurkelteelt' of in de reeks 'Alfred frietkabouter'. U moogt kiezen.

Bernd Vanderbilt
0 0

Het telefoonkastje

Terwijl ik mijn toast met aardbeienconfituur besmeerde, met daarbovenop een plakje oude kaas, vertelde ik aan de ontbijttafel over een voorwerp dat onze mannen niet meer hebben gekend. "We hadden thuis een telefoonkastje. Het staat nu in het woonzorgcentrum bij oma. Er staat al lang geen telefoon meer op, maar we zeggen nog altijd ‘telefoonkastje’. Dat is zoals een hoedenplank in de auto. Niemand legt daar nog een hoed op. Toch niet dat ik weet.” Later op de dag vroeg ik in het woonzorgcentrum aan onze oudste of hij de lege koffietas van oma op het telefoonkastje wilde zetten. “Het was wel een praktisch ding, dat telefoonkastje. Er stond niet alleen het telefoontoestel op, maar in het kastje was ook ruimte voor de telefoonboeken. Nu liggen er fotoalbums in.” “Telefoonboeken”, vroeg hij. “Wat waren dat? Boeken met allerlei soorten telefoontoestellen?” “Nee”, zei ik. “Daar stonden alle telefoonnummers in. Tenminste, die van onze provincie. Als je naar iemand in Brussel of Antwerpen wou bellen, mocht je daar iemand kennen, moest je naar de bibliotheek of zo.” Mijn telefoonverhaal was nog niet afgelopen. “Heb ik je ooit verteld dat we eerst een toestel met een draaischijf hadden?” “Dat ken ik precies nog van bij oma thuis”, antwoordde hij. “Nee, dat was het toestel met druktoetsen. Daarvoor hadden we een telefoontoestel met een draaischijf. Toen was ik nog klein. Een hilarisch ding. Als je je vinger te vroeg losliet, moest je opnieuw beginnen. Het was een miserie. Bijna alsof je een fietsband moest oppompen door in het ventiel te blazen. Onze pa had nogal dikke vingers. Die moest een stokje gebruiken om in die gaten van de draaischijf te kunnen. Daarna kregen we dus een toestel met druktoetsen. Een hele vooruitgang. We wisten niet wat ons overkwam. We hebben de hele dag zitten bellen.”

Rudi Lavreysen
10 0

De vendelzwaaier heeft artrose

  Het dagboek van Donald J. Trump werd per vergissing gevonden onder het kadaver van een walrus. Alcoolstift op plastiek en de eerste pagina is al behoorlijk ziek. Daar staat. Ik heb dit echt zelf geschreven. Het staat boordevol tekeningen van skeletten en recepten voor omelet. Op vaders wijze. Zo werd ik arm vanbinnen. Op moeders wijze. Zo vergat ik een kind op een parking. Tussen grote auto’s kon ik mij als jongeling altijd goed verstoppen. Ik wil een helicopter en op een quad rijden. Eerst in de lucht, dan tegen de muur, daarna in een gat. Badminton, tennis en golf. Ik word een poolster. Het staat vol. Met van die zinnen en als er een grap tussenzit. Dan staat daar soms een smiley onder getekend of soms voluit deze vijf woorden. Dit is om te lachen! In het Amerikaans zijn het er maar vier. This is a joke! En Sven Pichal is intussen gevlucht naar Thaïland. Het gevangenisvoertuig werd zoals verwacht op de Brusselse ring zo hard klem gereden door twee schoolbussen dat de achterdeuren scheurden. Hij liep enkel een zonneslag op. Gelijk Donald dat wel eens overkomt als hij weer eens geen onschuldige pet draagt. Ik heb zo’n koud vermoeden wie de ghost writer was van dit dagboek. Dat zal Ignace in de toekomst denken. Mensen die de mensheid slaan, vinden mekaar. Zo gaat dat met brothers in arms. Zij voeren dialogen in een geheimtaal die zich niet schaamt. Er zitten ook doordachte reprises in het dagboek. Op eigen wijze. Ik at een kind op een parking. Ik wil een duikboot en een blanco strafblad voor rode kleutertekeningen. Eerst in de lucht, dan tegen de muur, af en toe in een gat. De vendeldrager heeft artrose aan de ziel en last met de vlag. Deze opening is gemaakt door de vaandelstok. Wanneer rust nodig is. Ik ben geboren op de oevers van de Ijzer. In een stalen kuip. Alles kan erbij. De wereldoorlogen zijn nooit geëindigd. Ik word de president van het leed. Ik ben niet blind.   uit de reeks 'Dialogen met monsters en dia's'

Bernd Vanderbilt
0 0

Maïsgrut (de; v(m); mv: maïsgrutten, informeel: maïsgroetjes)

  Hij is gearresteerd voor racisme, slavernij en zware overtredingen op de wegcode. Er moeten schroeven loszitten of iets mis zijn met de klepel. Want als de kerktoren vijf na twaalf slaat. Dan klinkt het alsof er schimmel in de toonladder groeit. Ignace. Hij was ook onderweg. Naar datzelfde frietkot. Dat van ons. Bitterballen en zure verhalen worden altijd geapprecieerd. Wie zoetigheden of klef maïsgrut verwacht, die is eraan voor de moeite. Daar zijn geen desserts die voor opluchting zorgen, noch pap die troost brengt. Hij was dus onderweg. Zijn geitenkar werd getrokken door een witte struisvogel. Hij had bergaf de teugels losgelaten. Er zat een vlinder op de ene breidel en een strontvlieg op de andere. Hij had nog geargumenteerd tegen meneer de polies dat hij bij de keuze van trekdier de kleur geen beslissende factor was geweest, dat het echt geen kwaad kan wanneer vlinders en strontvliegen een geitenkar besturen en dat hij wel degelijk alles onder controle en op een rijtje had. Het baatte niet. Hij mocht nog een telefoongesprek plegen, deed dat mij mij en daarna verdween hij in den bak. We gaan hem straks halen. Wanneer de frieten op zijn. Als de lucht proper is en aan de receptie van het politiesecretariaat een oen zit die wij met versgeslachte parelhoenders kunnen overtuigen. Nonkel Florimont. Hij zal het niet weten. Dat wij met twee van zijn beestjes zijn gaan lopen. Hij is intussen zo dement als een vastgeroeste pendelbrug die niet meer weet wie er passeert.     uit de reeks "Ignace Somers"

Bernd Vanderbilt
0 0

Mijn ellepijp toen ik zes was

die onderstak tak mijn stem 1 van de 12 eieren de code tot verdriet die vlindervleugel mijn ellenpijp toen ik 6 was soms gewoon rijst de ziel van iemand die ik zeer goed ken ijs van één nacht het oor van mijn kopje   Het is allemaal gebroken en gisteren. Toen ik daar stond aan de kassa van de Brolco, zag zij het. Koop dit niet, zo sprak zij. Je bent blind en jouw briefje van vijftig frank is ongeldig. Bovendien is dit een kleine tube. Het is logisch dat ik haar niet aankeek, maar ik voelde het. Zij zag het aan mij. Dat ik samen met mijn ogen probeerde, dat ik verdwaalde. Ik dacht weer eens aan alles tegelijk. Het duurt altijd even voor ik het besef. Ik geraak er nooit.   gevangenisdeuren traankanaaltjes de wielbouten des vaders tractor pijn soms woede een paard in drijfzand de ketting van mijn fiets op de bodem van een dode zee traumabeelden deze bijl in deze koppige stam de remhendel van mijn plastiek spooktrein het deksel op de oude verf en zijn pot   Het zit allemaal vast en vandaag, deze ochtend. Ik stond daar weer met al dat onzichtbare, met al mijn ongeldigheden. U weet het nochtans, zo zei ze. De strijd is hard. Prijzenslag, moordende concurrentie, besparingen op verwarming, op personeel en bovendien. Ze sprak. Helaas, mijn collega is ernstig ziek en ik sta vandaag alleen in deze winkel. U heeft daarvoor zo veel nodig, maar ik heb geen tijd om U alles te toenen. U kunt het ook rustig thuis bestellen. Online. Met de hulp van iemand die beter ziet.     uit de reeks 'Waanhoop'

Bernd Vanderbilt
0 0

Zonnenstelsel (het; o; meervoud: zonnenstelsels)

  Het is weer zover. Hij wil weer. Naar Knocke. Doch niet voor het zeeleven. Ik dacht dat ook hij zijn bestaan beu was en als je het leven dan toch ergens mee wilt vergelijken. Oké. Dan met een kwal. Ik zeg het hem. Het is zever die je niet moet geloven. Het zijn zeven woorden in een nieuwskop die zo vals zijn als de regenboog. Ik heb trouwens een brief gekregen van de heer Deboosere. Dat ik dat niet zeggen mag, dat zonsop- en zonsondergang niet bestaan. Wat scheelt er met hem? Denkt hij dat ik hem beschuldigde van leugens, omdat hij al jarenlang, tot vervelens toe, verkondigde van wanneer tot wanneer het te zien zou zijn dat  hemellichaam. Ik zeg gewoon altijd de waarheid. In mijn ganse oeuvre. Mijn fantasie is oprecht die van mij en van geen ander wezen dat op dat vlak doorgaans een ernstige beperking heeft. Roeland echter, hij gelooft echt dat de vrouwelijke politie in dit hete weekend topless zal patrouilleren op de dijk van Knocke. En dan?, zo zeg ik hem. Wat zijt gij daarmee? Of is het de combinatie met die matrak je verrukt? Hij is vast overtuigd. Van vele rare zaken en de heer Deboosere had er nog aan toegevoegd in zijn brief dat de zon wel degelijk beweegt. Dat deze stelling van mij onjuist was. Goed, meneer Deboosere. De zon beweegt! Ik had in mijn betoog aangaande het begrip zonsondergang moeten schrijven dat de zon het middelpunt is van ons zonnenstelsel en zonsop- of zonsondergangen aldus vanzelfsprekend niet bestaan. En ja, meneer Deboosere, zonnenstelsel met drie n’en, volgens de regel. Ik maak geen uitzondering voor dat ding en Roeland is dan toch één keer akkoord met mij. Die dominante verschijning van Martine eeuwenlang op dat scherm. Het hoefde voor ons niet. Het bracht ons echt geen troost. Breng mij alstublieft een kwal mee. Dat zeg ik nog tegen Roeland. Dat staat symbool voor inzicht op een bestaan dat je geleefd hebt. Het wordt doorzichtig, lijkt achteraf zo eenvoudig en je raakt het best niet meer aan. En stuur mij alstublieft geen selfies. Geen Roelandkop naast een topless agente, naast een wedergeboren Van Damme, noch naast een weerman met pensioen die aan zijn welverdiende ijsje likt. Omdat ik niet eens zo’n slimme telefoon heb, geen abonnement op ongebreidelde onzin en alle herdenkingsmissen zullen succes hebben. Het is fris in de kerk, terwijl men buiten op die zwarte zerken een omelet zal kunnen bakken. Voor den ivo. Voor dat vermogen te herleven. Roeland is daar toe in staat. Demonen voeden die mij dan verdrijven moeten, de lades van zijn incubators vullen met de kiem van wanhoop, van tegenslag.  Zijn broedmachines weren zelden larven van de dood of onbezworen eieren.     uit de reeks 'Roeland Wittebolle'

Bernd Vanderbilt
0 0

Daar groeit één wrat op mijn worst

  Ik ben niet lelijk omdat ik een wrat ben. Ik ben niet smerig omdat ik een rat ben. Ik ben niet ziek omdat ik god ben. Zo gaat dat maar door en ze liggen naast mij. Op een nachtkastje. Een verloren dag naast een boek dat zich verveelt. Het ding heeft het zichzelf aangedaan.  Ik vraag het mij af. Hoe kunnen jullie overleven? Die doorgesneden worst zat binnenin vol met hetzelfde. Dat aan de buitenkant zichtbaar was. Zij is voor de rat. Hij is braaf. Hij snurkt niet en doet moeilijk over zijn wrat. Zullen we eens dromen over riolen en die idolen van weleer? En die zij, Meneer De Psychonaut, zij is een worst, geen geliefde. Trouwens. Ik wil niet dat je in mijn leven komt. Dat is een vaste gedachte. Ter preventie en uit ervaring. Ik vraag het vriendelijk. Alles wat direct slijt of éénieder die mij ongeboren geeuwen slijten wil. De boom in! Doch. Laat hem gerust. Hij is mijn vriend. Meneer De Uil. Hij leest. Voor mij alleen. Uit zijn Krant der Fabelen. In die kruin. Daar waar mijn dromen broeden op een purper ei. Rust en houd van mij. Dat zeg ik niet tegen U. Ik ben niet zot. En als ik bang ben, dan denk ik altijd terug aan mijn pony. Het kan immers nog erger. Ergens, diep in de onderwereld der herinneringen. Er is ginds in de verte iets aan de gang. Ich spüre es. In deze buurt ligt hij op de loer en achterin het bos heeft hij een val gezet. Ik ruik het tot hier. Ik ken zijn streken, zijn parfum en dat gefluit.     uit de reeks 'Over eelt en zurkelteelt'

Bernd Vanderbilt
0 0

Toen we Pol hadden gezien

Het zal u ook ooit overkomen, dat u zegt: 'Waar ken ik die van?' In de stad, op de zeedijk of in een restaurant. Iemand die u ergens hebt zien opduiken in een tv-programma. Een actrice, zangeres, presentator of journalist.  Zo botsten onze jongste en ik op een straathoek in Berchem bijna letterlijk op de acteur Geert Van Rampelberg. We moesten er alle drie mee lachen. Maar je hebt natuurlijk ook twijfelgevallen. Is de persoon door iedereen gekend of niet? Als het gaat van: ‘Dat is dinges, dju, hoe heet die toch ook alweer? Waar kennen we die van?’ Tja, dan is het eigenlijk geen bekende persoon. Die zit ergens tussen onbekend en min of meer bekend. Afgelopen week zagen we Dieter Coppens tijdens een optreden. Hij droeg een pet en een zonnebril, terwijl de zon toch al even onder was. Wellicht een bescherming tegen opdringerige fans voor een selfie. Tijdens een ander festival liep mijn all-time held Jeff Tweedy gewoon tussen het publiek. Ik meende iets te zeggen, maar er kwam niets uit mijn mond.  In Brussel vertelde ik in café Le Coq aan het vriendengezelschap dat dit café de vaste stek voor Arno en zijn vrienden was, waarbij ook auteur en cineast Marc Didden. En dat Josse De Pauw - een ander lid van de hombres complicados - er een mooi verhalen over heeft geschreven. Even later zagen we Marc Didden  op de Oude Graanmarkt op een bankje zetten. Daarna zat hij net als wij in De Monk aan een tafeltje. “Ga toch iets zeggen”, zeiden mijn vrienden. Maar wat zeg je dan? Ik lees zijn verhalen wel. Een leuke reactie was die van Pol De Tremmerie op de zeedijk. U weet, Pol uit FC De Kampioenen. Onze mannen, notoire Kampioenenfans, riepen tegelijkertijd en dolenthousiast ‘Hey Pol’. Hij lachte en zei vriendelijk ‘Yo, de mannen’ terug. We hebben het er nog vaak over gehad.  Weet ge nog? Toen we Pol hadden gezien? 

Rudi Lavreysen
0 0