Kleiend tijdens zedenleer
leerde ik dat alles goed kwam,
zolang je maar iets deed.
Kevin haatte kleien,
frunnik frunnik stukjes peuteren,
juf plakte ze dan maar aan elkaar,
Kevin, alles komt goed.
In een zelfgeschreven gedicht las ik dat mensen zoals klei zijn,
plastische blok potentieel en dan begrensd.
In een artikel las ik dat je op je 25ste niet meer veel hoort te boetseren,
het experimenteren is ook afgerond.
Vorige week was ik dan maar naar een loft gaan kijken
want een adres geeft mensen vorm.
Daar kwam alleen Corona van.
In quarantaine heb ik alleen
leestijd
over klei en tot hoe oud het toegestaan is te boetseren.
ik doe niets dan frunnik frunnik peuter,
we zijn allemaal Kevin tijdens zedenleer
en alles komt goed.