Dankzij de bib.
De Bib: je mag er mij in opsluiten. Ik zweer het je: ik geef geen kik!
Stel, ik zit in de leeshoek “Vrouwland” van Rachida Lamrabet te lezen. Dan steek ik als het ware, samen met Younes, de zee over en vergeet ik plaats, tijd en ruimte. Dat was al zo als kind. Dankzij de bib had ik van verhalen en boeken leren houden en geregeld kroop ik met een leesboek onder mijn bureautje en beleefde elk wonder mee met het meisje met de zwavelstokjes. Later kreeg ik een standje van mijn moeder omdat ik niet kwam, toen ze riep. “Sorry, mama, ik heb je niet eens gehoord. Ik was in de hemel!” moest ik bekennen. Mama schudde het hoofd: “Raar kind”, zal ze stellig gedacht hebben. En raar ben ik nog steeds, wanneer ik in een boek verzeil.
Ik vecht dan mee tegen de wilde zee, word mee naar de bodem getrokken. Verdrink ik in het donkere water? Even denk ik echt dat het gebeurt maar het is de bibliothecaresse, die het licht uitknipt en de deur achter zich sluit.
Hier zit ik dan: opgesloten in de bib. Maar geen nood: niemand wacht op mij. Ik zoek in mijn tas naar mijn pillamp en flesje water, neem een slok en begin de rekken af te gaan. Ik heb de hele nacht tijd, wat een luxe!
Hoe men papieren bloemen maakt, hoe men echte rozen snoeit, welke plaatsen men best in Egypte bezoekt en wat men moet doen tegen rugproblemen. Dankzij de bib kom je het allemaal te weten. Als kind dacht ik echt: ik lees alle boeken uit de bib en dan weet ik alles. Zo simpel is dat! Maar nu, zoveel jaren later, besef ik dat het leven te kort is en de harde schijf in mijn hoofd te klein om dit alles op te slaan!
Maar bij de romans, geklasseerd van A tot Z, word ik pas echt stil. De grootste bewondering heb ik steeds gekoesterd voor mensen die dat kunnen: schrijven wat ik voel. Ze kennen mij niet eens en toch lukt het hen een voor mij herkenbaar verhaal te verzinnen met emoties, die ook ik doorleef. Schrijfster worden, is dan ook lang een droom geweest en ik ben dus best wel fier dat er ten minste enkele kleine boekjes van mij in de rekken staan.
In deze bib wordt blijkbaar ook voorgelezen, want er hangen foto’s van luisterende kindjes en van de snuitjes valt af te lezen of het voorgelezen boekje vrolijk, spannend of misschien wel eng is. Wat mooi toch dat ze, dankzij de bib, zo mee kunnen opgaan in een verhaal, hun fantasie gebruiken en van het geschreven woord leren houden!
Ik moet alleen zorgen dat ik hier niet opgesloten raak op een woensdag, want dan kan het hier leeskring zijn. Vooral als de lezers het oneens zijn over de beoordeling van een boek, wordt er met veel animo gediscussieerd. Geloof me, ik kan het weten want, dankzij de bib, ben ik ook lid.
Maar vandaag zit ik hier goed. De titel “Vrijheid”, een boek van Jonathan Franzen intrigeert mij. Ik begin er in te lezen, zak met het boek op mijn schoot neer en leun tegen het ijzeren rek. Hoelang? Geen idee! Maar als ik, net als Patty, de hoofdfiguur uit de roman, mij verkleumd van de kou voel, hoor ik iemand de bib binnenkomen en de trap opgaan. Ik slip naar buiten. What a night! Dankzij de BIB – zou dat de afkorting zijn van Boeken in Ieders Bereik? – droomde ik mij een wondere tijd.