De boom begon zomaar te splijten, zonder één geluid. Ik keek ademloos toe. Ik zag zijn kern, blank en vezelig. Hij splijtte verder, de langste takken raakten bijna de grond. Hij ontweek de jonge spruiten die onder zijn bladerdak groeiden. Ik wilde meer zien. Eén stap dichter. De boom verstarde, leek in verwarring, betrapt. Zuchtend splijtte hij verder ‘zoals het hoorde’. Met een donderend geraas sloeg hij neer op de bosgrond, het jonge groen verpletterend onder zijn enorme gewicht.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.