Het begint met wat gekriebel. Zes pootjes tel ik. Minieme streepjes, dansend over mijn huid, die het lijfje dragen. In het licht van de zon verandert dat van kleur. Van geel over lichtbruin tot donkere, bijna zwarte haartjes. Wiebelend van links naar rechts, in hetzelfde ritme als het hartvormige hoofdje. Een miniscuul tongetje zoekt mijn hand af. Op zoek naar... Eten? Warmte? Bescherming? Licht weerkaatst op de flinterdunne, doorschijnende vleugels.
Ik hou mijn adem even in en blaas voorzichtig uit. De vleugels trillen zacht, maar het wezentje klemt zich aan mijn hand vast. Het behaarde achterlijfje krult naar beneden. Gefascineerd kijk ik toe. De beweging stokt. Ik tuit mijn lippen om opnieuw te blazen. Halverwege verandert de stand van mijn lippen. Geen zacht geblaas meer, wel een harde schreeuw. Geschokt sla ik het wezentje weg.
Terwijl mijn huid kloppend opzwelt, merk ik dat een deel van het achterlijfje nog aan mijn huid hangt. Alsof het wezentje bij mij wilde blijven.
Ja, zo noem ik het. Een 'Bij mij'.
Kunst en Schrijven, zondag 25 mei - Tongeren