Ik snij de aardappelen in dikke plakken,
daarna kruiselings en hop, in het koude water.
Ik denk aan jou, dat gebeurd als ik frieten bak.
We kennen elkaar al 4 jaar en je hebt ondertussen best wat stoten overleefd.
Enkele jouw eigen stoten, enkele jou toegeworpen.
Het waaklampje van de frietketel dooft en met een verveelde plof,
borrelen de frietjes in het vet.
Maandelijks trekt er iets bij me vanbinnen.
Ik vraag hoe het met je gaat, of ik je ergens mee kan helpen?
Meer een statement, dan een vraag.
En de frietjes fluiten als ze gaar zijn...
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.