Meedogenloze Tisiphone
Dochter van de nacht
Je ript mijn tere ziel aan flarden
Terwijl je minzaam lacht
Je bent zo schoon en zo schrikbarend
Mijn tweestrijd, je misleidt
Je breekt mijn botten en dan mijn hart
In al je gulzigheid
Mijn straffende Tisiphone
Bezweerster van de angst
En van de slangen in je haren
En de tranen van hun vangst
Achtervolg me in mijn dromen
En drijf me tot waanzin
En strik me en verstik me
Mijn wraakgodin
Meedogenloze Tisiphone
Dochter van de nacht
Je grijpt de mannen naar hun keel
Terwijl niemand het nog verwacht