De legende van de cowboyhoed

BartDR
5 nov 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Legendes zijn als spinnenwebben. Regelmatig worden nieuwe stukjes aangebreid en als een onderdeel verdwijnt, wordt het geheel al gauw aangevuld met vers materiaal. Soms kan een legende ongeziene vormen aannemen en hoe vaak je ook probeert een legende uit de wereld te helpen, ze keert telkens weer. Legenden sterven niet, ze leven eeuwig voort op de tongen van mensen. Zo ook de legende van de cowboyhoed.

 

In die tijd telde het dorp maar weinig bewoners. Iedereen kende iedereen en geruchten waren feiten. Een van hen was Tom de jager. Elke zaterdagochtend ging Tom op jacht en ving konijnen en zwijnen en was ontegensprekelijk de beste jager van het dorp. Op een dag kwam een nieuwsgierig jongetje uit de buurt, Woutje, hem een vraag stellen.

'Tom, hoe komt het dat je zo'n goede jager bent?'

De man, zoals altijd gekleed in zijn bruine jachttenue, dacht even diep na. Toen wees hij naar zijn hoed. Het ding, al even bruin als de rest van zijn kleding, zag er versleten uit, de rafelige randen getuigden van een lange levensduur.

'Dit', zei hij, 'behoorde ooit toe aan een groot man, een cowboy. En dit, dit is een cowboyhoed. De cowboy was de beste schutter van zijn land. Hij kon een bewegende vlieg raken van twintig meter afstand. Hij kon dat, dankzij deze hoed. Steeds wanneer hij zijn cowboyhoed op had, miste hij nooit of te nimmer.'

Woutje kon zijn oren niet geloven. Een cowboyhoed met magische krachten! Ongelofelijk! Die nacht kon hij moeilijk de slaap vatten. In zijn hoofd droeg hij Tom's hoed en versloeg al zijn vijanden met één welgemikt schot. Plots kreeg de jongen een idee. 's Nachts sliep Tom vast en zeker, misschien had hij de hoed dan niet op. Sluipend over straat glipte Woutje het huis van de jager binnen. Zoals hij had gehoopt sliep Tom zonder het hoofddeksel, dat nu onbeschermd op een klerenkoffer lag. Woutje nam de hoed vast en zette hem op zijn hoofd. Triomfantelijk sloop hij terug naar buiten en liep het bos in.

 

Op zijn hoofd een cowboyhoed en in zijn hand een slinger, steentjes in zijn zakken. Woutje zou vandaag een beer vangen! Wild in het rond stappend, maakte hij echter veel lawaai. Dat trok de aandacht van een zwijn, dat zich in gevaar achtte. Luid brullend richtte hij zich op Woutje. Die nam een steen en slingerde hem doelbewust naar het oog van het beest, raakte hem recht in het doel. Halfverblind en vol razernij stormde het zwijn naar de jongen, die aan de grond genageld leek. Het beest was niet dood, hoe kon dat?

Dan verscheen Tom plots met pijl en boog. Bliksemsnel nam de jager een pijl, spande zijn boog en schoot op het zwijn. Maar hij miste. Het beest wierp zich bloeddorstig op de arme jongen, die op slag dood was. Tom tastte naar de cowboyhoed en voelde een hevige tinteling doorheen zijn hele lichaam. Toen hij hem opzette, werden Toms ogen groot. Hoewel het donker was, zag hij in zijn linkerooghoek duidelijk een vlieg, zo helder alsof het dag was. Hij nam één van Woutjes stenen en wierp die recht op de vlieg. Maar… die legende had hij verzonnen. Dit kon niet… waar zijn. Of toch?

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

BartDR
5 nov 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket