De lijkbleke intrede

4 nov 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Ik hou van mijn vader, al vergeef ik hem twee zaken nooit: Zijn beide doelpunten tegen Club Brugge en mijn sneeuwwit vel dat ik sinds mijn puberteit als een boetekleed draag. Als kleuter waande ik me nog een stoere witte ridder die met de nodige schreeuw om aandacht zandkastelen bouwt. Maar vanaf de eerste puistjes begroef ik me het liefst achter een anonieme duin.

Zo ook het voorbije pinksterweekend in Knokke-Zoute, op de Siësta Beach Club. Een mondaine strandbar waar de sereniteit achteloos moet aanmeren. Maar ik voelde me op het drukste kruispunt van Bombay. Op het spitsuur. Ongenadige blikken, verborgen achter peperdure pilotenbrillen, bombardeerden mijn welbehagen. Ray-Banbliksems. Een stortvloed van napalm bij de rosé.

De hele winter had ik me nochtans afgebeuld om de aandacht van m'n kleurenkwaal naar m'n torso te verleggen. Maar drie meiweken antibiotica leverden misschien wel een frisse neus op, het bijbehorende spierverlies bezorgde me een depressie op doktersvoorschrift. Ik arriveerde op het Knokse strand als een Lada op de Mercedes-stand van het Autosalon. Het bleekste model uit Siberië.

Kunstmatige hulp vanuit zonnebankcentra weiger ik uit kankervrees. Nochtans worden deze gerund door pitspoezen die je olievoorraad eigenhandig op het juiste peil brengen. Botergeil, maar de wip niet waardig. Hun Braziliaanse tunnels vormen een no-go zone voor mijn universitair geladen zaad. Op hun druk bereden asfalt dat her en der al scheurtjes vertoont, dreigt immers een peperdure tol in de vorm van alimentatiegeld. Vreselijk elitair? Niet zo neerbuigend als hun oordeel over mijn huidskleur. Racisme uit de gepiercete onderbuik van de gebronzeerde samenleving.

Met m'n Yacht Week-polo als beschermhoes kwam ik het eerste uur in Knokke-Zoute echter zonder kleerscheuren door. Tot ook deze Einzelgänger voor de groepsdruk en de temperatuur bezweek, overmoedig na de negende Magnum-fles. De collectieve blik op mijn kathedraal in heropbouw voelde aan als een groepsverkrachting. “Ogen dicht en doorbijten,”  fluisterde ik mezelf toe.

Dat was buiten de live-verslaggeving op Facebook en deze rake opmerking van een ros Sneeuwwitje gerekend: "Ik ben blij dat ik eindelijk iemand heb ontmoet die bleker is dan mij.”  Mijn weelderig borsthaar fungeerde niet als het gewenste afleidingsmiddel, maar kreeg de status van schaamhaarstruik toegewezen.

 

Tot overmaat van ramp vuurde ook mijn schrijfpen er met losse flodders. De jetsetlectuur beperkt zich blijkbaar tot Cosmopolitan, echtscheidingscontracten en Viagra-voorschriften. Mijn instant proza verdween al snel in de vuilbak tussen kredietkaartticketjes. Kortom, ik maakte een lijkbleke intrede in de Graaf der Badsteden.

Nu schrijf ik dit stuk in de tuin van omalief, waar ik in echte rust het pad der halve naaktheid bewandel. Op weg naar het gekleurde geluk. Benieuwd hoeveel zomers ik daarvoor nodig heb. Hier krijg ik alleszins geen veroordeling aan mijn zwembroek voor mijn gebrek aan een gebruinde sixpack, maar krijg ik onder mijn botten als ik mijn bord niet leeg eet. Het verstand komt met de jaren. Mijn kleurtje allerminst.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

4 nov 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket