’t Is een noeste werker
Het zweet parelt van zijn gezicht
En ook al draagt hij
Gewichtige zaken
Toch gaat hij geen
Afgunst braken
Ook zij schuurt naarstig
Alle scherpe randen
En zet haar tanden
In verbetering
Ze schrobben
Zelf
en heb
Zucht
Van zich af
‘k Vind het straf
Niet plamuren
't blijft bij
schaven,
schuren
En toch
Blinken ze zo schoon
Onder binnen
vallende
zonne
stralen
(inspiratie te danken aan de schilderkunst van Caillebotte)