De poortjes stonden open

HildeA
12 jan. 2024 · 4 keer gelezen · 0 keer geliket

De poortjes stonden open.

 

Doordrijver die ik was

Zette ik voet op niemandsland

Aangespoeld op het eiland van de verstotenen

De kwallen vroegen zich af

Waar die nieuwe lading voedsel vandaan kwam

Het was zomaar komen aanspoelen

Op een strand zo veilig als het krabbenhol

Een zee vol haaien

Ach, het leven loopt wel los, dachten ze

Maar wat hadden ze zich vergist

Levenslust spoel je niet weg

Het vermenigvuldigt zich met elke traan

Gesmolten in zee

Het groeit gestaag uit tot één élan,

Een vuur dat niet te blussen valt

Het eiland zal wel verlaten geweest zijn

En onherbergzaam

En net niet was er het wrak van een schip te vinden

Dus geen schipbreukelingen

Of mede-overlevenden

Behalve de kwallen

Stond er niemand van het welkomstcomité

Zoals de naam het al zegde

Want het was een niemandsland

En de verstotenen hadden

Elkaar verstoten

Nu hadden hun lijven gezamenlijk het eiland

Hoog boven het water verheven

Want je moest ‘ns weten

Één levenslustige was aangespoeld

Ze beraadslaagden, de lijken, of ze deze ziel

In leven moesten houden

Opgegeten door kwallen

Kwamen ze tot een besluit

De verstotenen verenigden zich in een vakbond,

De VVHN, de verstotenen van het niemandsland

En niemand, echt niemand minder dan ik

Werd hun voorzitter

Voor het leven benoemd

De kwallen werden geknecht

Ze moesten vanaf nu

af en aan zwemmen

Met feestschotels, het was een zeebanket

En ik, die nimmer kwallen had,

Bedankte voor de eer

Een huis kon hier niet gebouwd worden

Zelfs geen hutje op palen

Ik was veroordeeld tot verstotenheid

En een zeebanket

Elke dag buiten en elke dag vis

Het was een gezond leven, dàt wel.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

HildeA
12 jan. 2024 · 4 keer gelezen · 0 keer geliket