hij maakt hen heel, met zijn handen haalt hij
hun verloren zieltjes, uit de donkerste kinderkamers
als kleine wezentjes, waarvan stukjes iets ontbreekt
houdt hij onschuld ondersteboven, bij de benen trekt
de vloer langs porseleinen voetjes, zijden kleedjes uit frêle lijfjes
over ruggen heen, het medicijn in menselijke tubes
met onvoorwaardelijke liefde, voor wat eens is geweest
kleeft de poppendokter, kinderlijke verwondering weer tot leven
(uit de reeks: 'Porseleinen Waanzin')