wat in water oplost verdampt niet,
de mineralen van de droom: de daden
een herinnering bezinkt als slib
waar de stroom vertraagt
het maakt het water zouter
zoeter is de regen die gras uit zand haalt
de stroom opwekt en een delta van kansen opent
zout is de moeder van de dorst, wat in water oplost
doet algen bloeien, geeft adem, maakt groen dat teert
op het licht van de deugd, groen is de eerste schakel
van mijn jeugd, van de voedselketen
waarin we klimmen om te overleven
ik groei van wat ik slik
de bezwaren die ik in de koelkast bewaar
de gebakken lucht van wie me voor een aalmoes
een eiland met hangmat wil verkopen.