Ann werkt al dertig jaar in de bib, ze leest van kindsbeen af stapels boeken, en herontdekte recent dat ze nog liever schrijft dan leest… Haar droom om ooit een boek uit te geven steekt weer de kop op. Voorlopig blijft het bij wat getokkel voor haar blog ‘visvoer mummie’, ze pikt hier en daar een schrijfcursus mee, en nu komt deze wedstrijd ‘toevallig’ op haar pad… Dit jaar is ze al vaak ziek geweest, ze zocht veel hulp en vond rust in de natuur. Dankzij de gevonden stilte kan haar creativiteit weer stromen. Haar vakantieblog werd een beeldverhaal : ze combineerde haar passie voor fotograferen met die voor schrijven. Ook bij speciale gelegenheden zoals verjaardagen van zussen, overlijden van een ex-collega, … kruipt ze in haar pen. Ze beschouwt het als oefeningen om een goede schrijfster te worden.
Maar komt dat boek er ooit…?
Ergens, diep in haar grijze hersencellen verborgen, leven er mooie verhalen. Op een dag zullen ze uit haar pen vloeien of haar vingers zullen de woorden op haar laptop tokkelen. Het liefst van al schrijft ze kortverhalen, ’s nachts, zoals nu, wanneer alles stil is en er geen andere prikkels haar aandacht opeisen…
Alleen haar alter ego kan ze moeilijk het zwijgen opleggen. “Een boek schrijven, kan jij dat wel? Wie zit daar nu op te wachten? Wie zal dat willen lezen? Is wat jij meemaakt interessant voor anderen? Geef het op. Je maakt je belachelijk. Een boeiend en meeslepend verhaal bedenken, dat kan jij niet. Herinner je je nog dat opstel met als opdracht een spannend verhaal schrijven? Je raakte niet verder dan een hand die uit de Moordenaarsbeek stak en je van de weg trok toen je er voorbij fietste…”
Eigenlijk zit ze aan de bron: broerlief heeft al veertig jaar, in de stallen van het ouderlijk huis, een drukkerij. Het boek dat ze nog niet schreef kan dus in eigen beheer uitgeven worden. Online promo voeren, een boekvoorstelling organiseren, … in haar fantasie ziet ze het zich al doen. Wat een mooie droom, kers op de taart van haar nu al dertigjarige carrière in de Beernemse bib, zou dat zijn! Hoe goed zou ze zich niet voelen als ze op de plek waar ze graag werkt zou kunnen staan glunderen met haar eigen boek in handen?
En plots is daar weer dat duiveltje met z’n schril, fijn en hoog stemmetje: “Heb je daar wel tijd voor? Je weet toch dat een boek zich niet zo één-twee-drie schrijft? Je leven is nu al zo druk : je vier vijfde job in de bib, de zorg voor je schoonmoeder, … Wanneer dacht je te schrijven? ’s Nacht in plaats van te slapen?”
Als bibliotheekassistente zou ze ook fier zijn dat ze het boek zelf kan invoeren en voorzien van een etiket en tag. Een eigen boek koester je als de kinderen die je ooit baarde. Ook hen schep je verwachtingsvol en met veel liefde uit het niets, en wil je zien opgroeien en geliefd worden door anderen…
Stiekem zocht ze al eens op waar in het rek in de bib haar boek een plaatsje zou krijgen. Als ze onder haar eigen familienaam een verhalenbundel of autobiografisch werk publiceert, komt ze op de plank tussen Michel Houellebecq en … Victor Hugo terecht!
De boze geest krijgt het nu echt op z’n systeem en springt van haar ene schouder op de andere en krijst treiterend : “Waan je jezelf al een groot schrijver? Vergeet het maar, daar kom je nooit terecht! Keep on dreaming, baby…”
De eerste paar maanden krijgen de nieuwe boeken een mooi plaatsje op de aanwinstentoren recht tegenover de infobalie. Stel je voor dat een lener, aangetrokken door de intrigerende cover, haar boek ter hand neemt, de achterflap leest, en zich dan verrast omdraait wanneer hij of zij haar foto ontdekt, haar herkent en glimlacht…
Misschien mag haar boek wel mee op reis en belandt het zo verder van huis dan de huismus die ze is, ooit is geweest…
Wat eerst in haar hoofd zat, kan hopelijk verder leven in dat van vele lezers. Het kan hen misschien prikkelen om nog meer te lezen, na te denken of zelf te schrijven. Mission accomplished!