Deel I Naam
Blz. 583 2de kolom – 7de woord in een overjarig Van Dale woordenboek uit het jaar 1956.
Daar stond het; mijn muze. Een woord vol betekenissen, om al wat materieel, personen, ideeën en het grote onbekende te benoemen.
‘What’s in a name’ schreef William Shakespeare in zijn lyrisch oeuvre; ‘Romeo and Juliette’.
Meteen het antwoord geven zou afbreuk doen aan de lijn van het verhaal.
Het geven van een naam kan zoveel kanten uit. Het kan verheffen of vergruizen, een vloek of een zegen zijn. Een ding is zeker; het dragen van een naam geeft de bezitter ervan een gezicht, een stem en een plaats op deze overbevolkte aardbol. Sommige namen schrijven geschiedenis.
Een rare uitdrukking, vindt u niet?
Is het niet de geschiedenis van het individu dat de naam laat voortleven als heersers, machtswellustelingen, genieën of heiligen, welke held of monster wordt?
De overwinnaars na oorlogen, de beste redenaars, de slimsten of de besten werden, soms Post Mortem, vereerd de geschiedenis in te gaan als 'Very Inportant People'. Gezicht en de onvermijdelijke naam om te vervloeken, te koesteren en aanbidden. Zelfs eeuwen na de bezitter overleed, kan de klank ervan ontzag inboezemen, weerzin, bewondering….
De reacties zijn even legio als de ‘wapenfeiten’ van de man of vrouw in kwestie. In ieder van ons zit verlangen. Verlangen om naam te maken. We willen de middelmatigheid overstijgen. Acteurs, auteurs, regisseurs gebruiken ronkende namen in de hoop dat ieder bescheiden succes hun bekendheid laat toenemen. Eens verwerft, openen de deuren van onsterfelijkheid. Wetenschappers, al dan niet wiskundigen hopen de wetten van de natuur in formules samen te vatten, te ontsluieren te onderwerpen en toe te passen. Meestal vredelievende ideeën die uiteindelijk een totaal ander doel kregen, omdat de mens, na ongeveer vijdfuizend jaar beschaving, zijn oorsprong niet kon verloochenen. De mensaap die zich handhaafde door indringers of mededingers naar de gunsten van het vrouwelijk exemplaar, neer te knuppelen en in het beste geval, te verjagen.
De Egyptenaren lieten niets aan het toeval over om de eeuwigheid in te gaan om hun plaats in de geschiedenis te verzekeren.
Of de eeuwigheid te ambiëren, gaande van mummificeren en balsemen toe te passen, tot het scheppen van beelden, monumenten, schrift, liederen en muziek. En als dat niet lukt dan schuiven we het over een andere boeg; het hiernamaals.
Met al deze inzichten gecomfronteerd besefte ik het belang van de naam.
De naamkeuze voor de pasgeborene wordt zo geen sinécure.
Stel je voor dat je kind geschiedenis gaat schrijven, dan is het kiezen van de naam toch belangrijk?
Misschien zit er wel een Einstein, een Michelangelo of Newton in, de pas gevormde grijze massa, van hun hoofd?
Die onzekerheid hé…
Kun je dan je kind opzadelen met namen als Jefke, Lotje of Pietje?
Er is helemaal niets mis met deze namen, maar sommige combinaties kunnen écht niet.
Neem nu; ‘Lotje Getikt geeft vanavond een uiteenzetting van het belang van zwarte gaten voor toekomstige ruimtereizen om de grenzen van ons heelal te bereiken door aangepaste quantummechanica.’
Zelfs door eerst de familie- en dan de voornaam te wisselen lijkt het nergens naar. Een befaamd geneeskundige, met een naam als Pietje Dedood, boezemt weinig vertrouwen in. Een nieuwe Da Vinci; schilder, beeldhouwer, uitvinder en homo, zal nooit uit de kast komen als Vies Jefke.
Goed, in ons geval zat de achternaam snor. Ghersin en Vercammen zijn gangbare, zo niet saaie achternamen in de het tweede geval.
Ghersin Ludovicus bekt zelfs beter dan Athena Vercammen. Mijn echtgenoot heeft alleszins een meer gevleugelde naam dan vercammen, waar in Antwerpen de stenen met zijn geplaveid. Van Italiaanse bloede afkomstig kon mijn half trouwboekje gerust zijn in welke voornaam dan ook.
Toch kozen we voor goede Vlaamse namen als Emmy en Inge.
Een hele geruststelling voor de toekomst of de eeuwigheid… als dat het geval mocht zijn.