je ontwaakt in de schaduw van fris jong loof
prille zon verwarmt er mijn blije gezicht
en als de zomer dan echt veel te heet wordt
verkoelen jouw lage bruggen dat gewicht
dwars door het snel kloppende hart van mijn stad
enkel eenden als guitige gezellen
neem je me mee naar stille achterkanten
die hun eigen boeiend verhaal vertellen
lopend op planken ben ik wie ik wil zijn
zowel lezer, schrijver, filosoof , artiest
gretig gelukkig, verschrikkelijk nietig
vaak alleen, omdat je soms iemand verliest
toch eindig je in sfeer en gezelligheid
de fonkele lichtjes op het plein van vis
feestende festivals, dansende dagen
maken dat ik vergeet dat ik hem soms mis