Niet alles was rozengeur en manenschijn. Er waren best wel moeilijke momenten, momenten waarop ze even niet meer wist hoe het verder moest. Deze man die ze liefhad - ze hàd hem toch lief? - verlaten of zijn vreselijke grillen blijven verdragen? Moest ze niet meer voor zichzelf opkomen en paal en perk stellen aan zijn gedrag, of liever - ze verbeterde zichzelf - moest ze niet zélf een einde maken aan haar manier van reageren?
Dat dacht ze dan. Maar denken en doen zijn twee verschillende dingen. Als hij 's morgens naast haar in bed vredig lag te slapen, ja zélfs als hij met zijn gesnurk haar had wakker gehouden, smolt haar ergernis weg als sneeuw voor de zon. Ze drukte dan glimlachend een zachte zoen op zijn voorhoofd en verdween stilletjes, om hem niet wakker te maken, naar de badkamer.