Schaduwen vallen op muren,
de tuinmuur eerst.
Een pop die ooit zal doodgaan, dat zeg je niet.
Dat denk je niet
als ze nadert met stralend witte tanden.
Ze roept het als rode loper voor zich uit:
stralend wit!
Haar lach is breed als de tuinmuur.
Ga zitten, zeg ik.
Vertel over het geluk dat elk uur bij je binnen valt
als licht of een brief voor liefde.
De schaduwen vallen op, het trekt
de aandacht
er wordt verschoven.
Een pop die ooit zal ademen, dat zeg je niet.