Doodgaan. Het overkomt de beste. Onsterfelijk is er geen een. Eenvoudig is het niet, het vergt wat doorzetting, maar wie maar hard genoeg zijn best doet of maar lang genoeg wacht, ziet zich uiteindelijk altijd beloond. Mensen sterven, zo gaat dat, het is een komen en gaan, maar lichtzinnig mag je daar niet mee omspringen, want buiten is buiten, niemand wordt geboren met een armbandje of stempel die je alleen onder UV-licht ziet.
Hun uiterlijke kalmte ten spijt kan het bij dode mensen vanbinnen toch serieus gisten. Doden hebben moeite met het verwoorden van hun gevoelens. Ja, vaak voelen zij zich best wel rot, ‘s morgens ontbreekt hen de energie om op te staan, ze blijven liever liggen, sluiten zich af in een onverluchte ruimte, wat na een tijdje uiteraard niet zo fris ruikt. Ik voel me net een zombie, dat hoor je een dode wel eens denken. De meeste doden voelen zich aan hun lot overgelaten, een symptomatische jedoch onjuiste projectie, want de waarheid is natuurlijk net andersom. Het ontbreekt de dode niet zelden aan kritische zelfreflectie.
Die neiging van dode mensen om zich op te sluiten is doorgaans dodelijk voor hun toch al schaarse sociale contacten, je merkt het wanneer je een gesprek met ze probeert aan te knopen, het gaat er allemaal nogal stijfjes aan toe en je krijgt gauw de indruk dat als jij niks zegt, er niet veel zou gezegd worden. Niet zelden krijgen dode mensen het stille verwijt koude zielen te zijn. Dat verwijt is onterecht. Dode mensen zijn gewoon erg trotse mensen, ze geven niet graag toe, ook niet ten overstaan van zichzelf, dat ze de controle wat kwijt zijn, dat het leven hen liggen heeft, liever steken ze de kop in het zand en zwijgen ze als vermoord dan openlijk te moeten erkennen dat zij, ja ook zij, zich hebben laten kisten, om je dood te schamen.
En dus zondert de dode zich af, hij trekt zich terug achter een deur waar jij hem niet volgen kunt, althans niet zolang je zelf nog in leven bent. En wanneer het dan uiteindelijk jouw beurt is om te gaan liggen en de laatste deur voor je wordt opengedaan, dan zal ook voor jou duidelijk worden wat de anderen al lang weten: wanneer je dood bent, verga je niet van de pret.