Ze heeft haar papieren dromen opgeborgen
in het geheugen, beloften naar datum geschikt,
de doos verzegeld, verstopt onder een bed van zwijgen.
Zal ik de brieven in chronologische volgorde lezen,
ontdekken hoe liefde past in een handvol woorden,
achteraan beginnen, zodat ik weet
hoe het afloopt nog voor alles was begonnen
of mag ik vrij over de bladzijden bewegen?
Zal ik haar zinnen losweken met fluwelen handen,
me nestelen in oubollige woorden als zachte kussens
om illusies te wekken
of moet ik de kist dichtklappen, vergrendelen,
vacuüm trekken, begraven in de aarde
het mos op de rug ongemoeid laten
beseffen dat geheimen zwaar kunnen wegen
en wonden geen daglicht verdragen?
Zal ik een lint van satijn rond haar raadsels weven
haar weemoed met bladgoud bedekken?