'Huilen doe je het best onder de douche, meisje,' zei mama Thea altijd, 'dan val je er niemand mee lastig.'
Ik laat mijn tranen de vrije loop terwijl het warme water over mijn lichaam stroomt. Ik hoef niet in de spiegel te kijken om te weten dat mijn lichaam bont en blauw is. Alles doet pijn. Douchen doet pijn, maar het loutert.
Ik sta te trillen op mijn benen en voel hoe mijn blaas zich ledigt. Urine verdwijnt in de afvoer samen met een restje sperma.
`Geen lullenmuts voor mij, juffie,' had hij me toegesnauwd voor hij me pakte. Hoe kon ik zo dom zijn dit te laten gebeuren? Ik had geen verweer.
Hij klonk beschaafd toen hij me opbelde voor een afspraak. Hij zag er charmant uit voor de videofoon. Ik liet hem binnen en hij betaalde correct en zonder zeuren.
Hoe had ik kunnen weten dat hij zo hardvochtig zou zijn in bed? Ik vloek op mezelf. Waarom liet mijn mensenkennis me vandaag in de steek?
Ik heb veel zin om mijn volgende klant af te bellen, maar ik weet hoe mama Thea daarover dacht: 'Dit hoort bij de job, meisje, dus hou op met zeuren en maak je mooi.'
Ik moet sterk zijn. Mama Thea is verleden tijd. Ik werk zelfstandig nu. Voortaan kies ik mijn klanten zelf. Natuurlijk zal ik fouten maken, maar het zullen mijn fouten zijn.
'Die man komt hier nooit meer binnen!' roep ik zo luid als ik kan. Als een gewond dier gooi ik er nog een langgerekte schreeuw tegenaan tot mijn keel ook vanbinnen rauw aanvoelt. Het water likt mijn wonden. Ook dit gaat voorbij.
Mijn volgende klant is een vaste klant, weet ik. Ik ken hem; het is een schatje. Ik moet me mooi maken, al was het maar voor hem. Ik draai de kraan dicht en stap uit de douche. In de aangedampte spiegel zie ik enkel een schim van mezelf.
Ik maak van één handdoek een tulband; ik drapeer een andere rond me als een jurkje. Mijn tepels zijn murw geknepen; alles schuurt wanneer ik beweeg.
Opeens hoor ik een vreemd geluid in de slaapkamer. Het is net een haan die kraait.
'Een ringtone!' besef ik, en ik ga op het geluid af. Onder de bank waarop hij zijn kleren wierp, vind ik zijn GSM.
'Thuis,' lees ik op de display. Dat is vast zijn vrouw die belt. Na de pijn, de woede en de aanvaarding, voel ik nu een nieuwe emotie: wraak.
Ik maak vlug een belofte aan mezelf: 'Als de haan nog drie keer kraait, verraad ik hem!'