Verbaasd stapt hij de duisternis in.
Hij ruikt rood. Jazzmuziek dringt zijn poriën binnen. Meteen daarop volgt een vleugje zijde. Het streelt zijn oog. Blindelings tast hij, vertrouwend op zijn intuïtie. Een zwoele stem omarmt zijn verlangende lichaam.
Wankelend verkent hij de ruimte. Zijn voeten verzoeken om vrijheid. Gedwee laat hij ze los. Meteen stormen ze naar de overkant, zijn handen hulpeloos achterlatend. Ze stotteren, maar weten zich te handhaven.
Waar eindigt de verwondering? Zijn gedachten stuiteren door zijn warrige hoofd. Hij probeert ze te vangen, maar hun wil om uit te breken is sterk.
Woordeloos duikt hij onder.