Ik schep voor ons een wereld,
creëer je in mijn hoofd
dat waar je van droomt,
hetgeen je achterliet.
Ik zou je willen vragen of
het klopt
maar je vertelt me niet.
Soms lijkt het alsof we ons
leven rond elkaar heen weven,
een net waarin we beiden
verstrikt in herinneringen.
Ik bouw op jou een nieuwe dag,
een huis waarin ik wensen mag
dat het morgen beter wordt.
Ik behang je met mooie kleuren,
open deuren naar een ruimte
die ik nog niet ken maar soms
ben ik bang dat jij er zelf niet bent.
Door het raam begroet je me,
een prachtig uitzicht en je lach
klinkt als een echo door de lege kamer.
’s Avonds in bed kruip ik diep onder
de lakens, zoek een baken
in de duisternis.
Dan duw je zacht je neus in mijn haren,
zegt dat je niet weet wat liefde is
maar dat ik lekker ruik en ondanks alles
verwarmen je woorden me.